Knetemann was een van de beste, markantste en kleurrijkste Nederlandse wielrenners ooit. Hij, deze snedige Jordanees, was jarenlang het intellect van de Raleighploeg van Peter Post. Een slimme wielrenner, soms een linkebal. ''Eerst het bordje van de anderen leegeten voordat je aan je eigen bord begint'', was zijn motto dat tot de Post-doctrine zou uitgroeien. De meeste faam verwierf hij in de Tour de France; hij won daarin 10 etappes en mocht 8 keer een gele trui aantrekken. Zijn hoogtepunt was de wereldtitel in 1978 die hij in de sprint in de stromende regen op de fijnbesnaarde Francesco Moser op de Nurburgring behaalde. Twee jaar na een ernstig ongeluk in de rittenkoers Dwars door Belgie kwam hij in de Amstel Gold Race (1985) als eerste over de meet. Zijn beste recept was een overdosis training, humor en optimisme. Na zijn actieve loopbaan werd hij in 1991 bondscoach bij de KNWU. Hij wist net altijd iets meer uit de renners te halen. Echter nooit goud, maar wel prestaties met een gouden randje. Tijdens een tourtocht door de duinen liep zijn ketting vast. De Kneet stapte voor het laatst af en nooit meer op. Veel te vroeg, 53 jaar oud, had hij de meet bereikt (het was doodstil 2 november 2004 toen ik via het journaal dit verlies vernam). Onvergetelijk zijn de Kneet-stories, zijn humor, zijn belezenheid. zijn vitaliteit en taalvaardigheid. Zinnen die aan de binnenkant van je oogleden getatoeeerd zijn (de vergelijking met die andere Amsterdammer dringt zich op, of je wilt of niet). Die unieke mengelling van Amsterdamse humor met wielerjargon is ongehoord. Hij had altijd iets quotabels; zo'n typische Kneet-kwinkslag met een hoog Mokums gehalte. ''De clown die de filosoof uithing. Het was juist andersom: het was de tobber die de clown speelde'', aldus Gre. Hieronder volgen zinsnedes, one-liners die zo onmiskenbaar des Knetemanns zijn: Knetemann de Kretenmann. ''Harken, stoempen, snokken''. ''Uit je hol kletsen''. ''Uitgewoond aan de finish komen''. ''Je karretje in de poep rijden''. ''Verliezen is geen schande........ maar het is wel het ergste wat er is''. ''Je kan de koe niet uit de wei halen als hij er niet in staat''. ''Ik zit in een wakkie''. ''Rij maar jongen, de overweg is open''. ''Als je winnen wil dan moet je trappen''. ''Na vier colletjes is een brug al hoog''. ''Buiten je oevers treden'' (=huilen, vreugdetranen) ''Ik ben helemaal uitgewoond''. ''Ik reed met vierkante wielen''. ''Ik zat achterste voren op de fiets''. ''Neem van mij maar aan dat je een touretappe niet wint op een biefstukje alleen''. ''Vrouwenwielrennen is net als het groeien van gras, het schiet niet op''. ''Ik ben wel eens een halve ronde met het vrouwenpeloton meegelopen''.
Was bin ich unter diese Unendlichkeit gelegt, duftend wie eine Wiese, hin und her bewegt, rufend zugleich und bange, dass einer den Ruf vernimmt, und zum Untergange in einem Andern bestimmt. (uit Die Liebende)
Verleden jaar ben ik na lang uitstel wederom gaan biechten, bij de plaatselijke regenmaker, Pere Martin. ''Al met al ben ik wel een zondig mens." ''Dat zijn we allemaal: zondige mensen.'' ''Jawel ,Vader, maar ik vind dat ik te kort schiet in de liefde. U ziet mij wel eens wandelen met die mooie jongen met dat lange haar. Ik houd van hem. Maar als ik boodschappen ga doen in D., dan zie ik allerlei beeldschone jongens, en ik begeer ze. En thuisgekomen, verberg ik me ergens in een uithoek van het huis, en bedrijf de liefde met mijzelve, met de hand, terwijl ik aan die jongens denk''. ''IS DAT ALLES, mijn zoon''. ''Oui, mon pere, DAT IS ALLES''. "Maar dat is toch allemaal heel menselijk en normaal? We moeten onszelf aanvaarden in onze zwakheid. Kijk: mannen als U en ik, die hebben geen vrouw. Maar door Gods Genade is die vrouw er toch: de Moeder van God! Als u zich nu maar tot Haar wendt, als er iets is, narigheid, het doet er niet toe wat, dan kan er niets scheef gaan.'' Zie je dat bedoel ik: de biecht is een groot sacrament. Na de absolutie kreeg ik als extra genademiddel, voor het afscheid en zijn zegen, een sloot scherpe, slechte rode wijn. Ik neem dus de zure oprispingen voor lief: zoude ik het goede aanvaarden, en het kwade afwijzen? Dan zoude ik zonde begaan in mijn hart. Wat kan een begaafd schrijver, katholiek en homoseksueel nog meer verlangen?
Leerling: ''Meneer, ik lees niet verder! Ik vind er geen ruk aan! (smijt De avonden op zijn bank). Wat een eikel zeg, die Frits van Egters!'' Docent: ''Ja, jongen, zo'n hoofdpersoon noemen we een anti-held.''
Maar natuurlijk kwam ik ook weer zo'n vriend tegen die er eens zeer diep doorheen wilde gaan, spitsuur op een terras midden in de stad, lekker weer, er was nog veel aan te doen op mijn leeftijd als je dat zo zag. Straks zal ik er niet meer zijn dacht ik, over veel gepraat en weinig gezien hebben, geproefd, gedaan. Ik zweeg daarover. Ach Wahrheit und Dichtung, zo lijkt mij ons godverloren weekend wel goed samengevat. O shame where is thy blush?
w3lk liedje hoort -voor jou- onlosmakelijk bij Happy? is d'r 'n songtext die Happy's lading dekt? hoe verklank jij Happy? wat hoorde je tijdens je eerste of je leukste Happy-deet? Happy is straks kwijt... dus meel me via wi3w3lk@gmail.com d?t e
Waarschijnlijk wel~als ik het niet vergeet~Den Bosch is maar een half uur treinen vanuit Nijmegen. Dat scheelt.
dat bedoel ik, je hebt niks (meer) persoonlijks te zeggen behalve citaten, het is lucht voor mij inmiddels