Vandaag portretafspraak bij poes Mickey, maar mevrouw had haar dag niet, verstopte zich onder het waterbed. Gelukkig had ik haar vorige week al getekend en was het vooral de omgeving waar ik aan wilde werken. Dat is gelukt. Dik tevreden. Alleen het koppie moet ik nog eens goed bekijken, een volgende keer.
Ik fiets naar de stad, het is grijs en druilerig. Niet bepaald vrolijk makend. Een man loopt uit volle borst te zingen, voor zichzelf... 'Ik zou wat rustiger aan kunnen doen...' zingt hij luid. 'Manisch', denk ik. Als ik hem al tientallen meters voorbij ben gefietst hoor ik hem zingen: 'Once, Twice, Three Times a Lady, I Loooove Yoooouuuu!' Geweldig. Later zie ik een jonge man met zijn boodschappen fietsen, gekleed in lange broek en T-shirt. Zijn blote armen zien er gespierd uit. Voor sommige mensen is het voorjaar al begonnen.
Ik ben in een lange kamer waarin ik woon. Het is nacht buiten, er is niemand in de buurt. Ik kan iets niet langer binnen houden en een gekte maakt zich van me meester. Ik trek vitrages en gordijnrails van het plafond, het wordt een chaos. Mijn innerlijke chaos krijgt zijn beslag op de woning. Dat moet gewoon even. Ik kom wat tot rust en overzie de troep. Zo kan ik niemand meer ontvangen. Ik begin de gordijnrail op te vouwen tot een grote metalen prop, zodat ik hem in een grote kartonnen afvaldoos kan stoppen.
Met mijn vader loop ik door een bos met naaldbomen... We beleven een situatie uit het verleden, waar ik niet bij was, hij wel. Hij was op reis, met onze hond. Het was nacht en hij werd achterna gezeten door jagers... Onze hond werd geraakt door kogels... Om de hond uit zijn lijden te helpen moet mijn vader hem dood trappen, wat niet eens goed lukt, bekent hij. Hij zegt dat met een andere hond van ons iets soortgelijks is gebeurd, maar omdat wij kleine kinderen waren is ons iets anders verteld. 'Weggelopen' ofzo. Ik ben geschokt. Ik wil dit eigenlijk niet weten. Maar de schokkende beelden hebben zich al op mijn netvlies gebrand. Als dit volwassen worden is... Van een andere kant zie ik een vrouw lopen met aan een plank een schouderblad met daaraan de botten van een arm. Het heeft te maken met een scheiding van de vrouw met een man, naar aanleiding van een gevonden dood hoofd. De scheiding heeft net plaatsgevonden, de schouder en arm zijn een soort bewijsstuk. Ter verzoening van alle negatieve gevoelens zal mijn vader een ets maken en die schenken aan het paar, om daarna verder te kunnen, de boze confrontatie te verzachten en achter zich te laten. Ik klamp me vast aan onze kampeerauto die zijn weg vervolgt.
Ik droom van een houten hutje dat in oorlogstijd diende als wachthuisje voor een soldaat. Naast het hutje stond een houten paaltje van nog geen meter hoog. Bij het paaltje zat een gat in het hutje, waar de soldaat van binnenuit een knuppel doorheen stak, tegen het paaltje aan. Zo kon je de knuppel hoog en laag houden, kort en lang, waarmee je allerlei codes kon overbrengen naar andere soldaten in van die zelfde hutjes, die dat ook weer op diezelfde manier konden doorgeven met hun knuppels en paaltjes. Als het goed was had de vijand die code niet door. Mijn vader kijkt ernaar en ik leg het systeem uit. Hoewel mijn vader al leefde in de oorlogstijd, ben ik het die het systeem kent en hij kennelijk nog niet.
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 13