Het is me nu wel duidelijk. Zonder sjemie wil het echt niet. Vriendschap is een mooi ding maar seks met je beste vrienden niet. Ze zijn niet voor niks je vrienden en niet je geliefden. Sterker nog; na seks met vrienden is het maar de vraag of het je vrienden nog zijn. Toch trapte ik er in, en probeerde lief te hebben. En daar liefhebben in de regel niet mijn ding is, werd dat een verloren strijd. Psychologen zullen er wel een antwoord op hebben. Hechting, angst, of een ander gebrek. Maar ik weet inmiddels wel beter. Het is de sjemie! Ik denk namelijk, al zou je het zo niet zeggen, toch vrij romantisch over De Liefde. Namelijk dat het onvoorwaardelijk is, en tegen een stootje kan. En dat het niet uitmaakt of de dop op de tandpasta zit, of zijn vieze sokken in mijn was. Want dat je dan van hem houdt en denkt; ?ch, het zijn zijn sokken maar. En ?ls dat dan zo is, denk ik dan, dan moet je wel ?cht van elkaar houden. Dan moet je bij je volle verstand na 20 jaar nog ?liefje? boven een briefje zetten, trots op verjaardagen vertellen dat hij zo knap is, en er serieus niet aan willen denken dat het over gaat. Maar ik kan me daar niets bij voorstellen?. Ik kan me gewoon n?et voorstellen dat er ?emand is waar ik na 20 jaar nog van zou kunnen houden als op de eerste dag, waar ik na al die jaren nog trots op ben, of sterker nog, naar verlang. Tenzij er die zeldzame sjemie is, die aantrekkingskracht, die uitdaging, die drang tot dat precieze evenwicht tussen alleen en samen. Waar ik me overigens ook al niets bij voor kan stellen? Misschien dat ik er ook al te lang alleen voor ben. Dat ik verdomd goed weet dat het h??rlijk is om je kont te kunnen krabben als je daar zin in hebt, vroeg naar bed te kunnen gaan zonder dat te hoeven uitleggen, en niet over je vakantiebestemming hoeft te dimdammen. Dat het alleen zijn me geen enkele angst meer inboezemt, en dat ik meer voor-, dan n?delen zie. Aan de andere kant; dat had ik als kind zelfs al. Zodra mijn log? verscheen had het voor mij alweer lang genoeg geduurd en wilde ik dat hij of zij weer ging. Ik bouwde een paleisje op mijn eigen kamer en vertoefde er uren. Ik ging op vakantie met vriendinnen om er steevast achter te komen dat ik helemaal niet zo lang samen kon zijn. Nee, ik ben er, is mijn recente conclusie, simpelweg niet voor in de wieg gelegd. Ik geef er niet om, ik val er niet op, het dondert niet. Het zal wel hormonaal zijn, die sjemie.
Als recht- geaarde docent deed ik dit jaar actief mee met de werkweek. Op stap met 110 meiden en 10 jongens (nou ja; jongens....?); een hele happening die vr??gt om daadkrachtig optreden en een strakke planning. Mijn collega's van het commit? waren ziek geweest. Plots geveld door clusterhoofdpijnen, astma-aanvallen en bronchitus hadden zij de organisatie, en de hoofdjes, laten hangen. Dat laat zich niet onbestraft. Of de duvel er mee speelt was zelfs de accomodatie, een groot oud klooster, niet klaar voor ontvangst en tuimelden we van de ene vertraging in de andere chaos. Leerlingen begonnen met mopperen en de natuurwetten deden vervolgens de rest. E?n grote klaagzang!!! Het eten deugt niet, de slaapkamerindeling sucks, en oh oh wat is het hier warm, of juist koud. Meiden die van pure heimwee overtuigd zijn van het feit dat ze n?, terplekke, een hartaanval hebben, en anderen die vinden dat wij daar als docenten wat laks mee omspringen, blessures die smeken om aandacht en mitella's; dr?m?! Na een nacht waarin ik tot half 5 in de weer was gemoederen te sussen stond ik blijmoedig (om 8 uur) weer op. Om natuurlijk in de loop van de dag helemaal in te kakken. De geplande spokentocht werd een verplicht nummer. Jan en alleman is ingepland om akelige rollen te vervullen en doodsverachtende apparaten te bedienen. Zelfs mijn eigen zoon maakte zijn entr?e; zijn rol is die van de baron op het bootje in de slotgracht. Ik zou onder de brug mijn taken gedurende 2 en een half uur plichtmatig vervullen en aan touwen trekken en kettingen luiden. Wat ik niet kon weten is hoe een kudde meiden op zoonlief zou reageren. Gejoel steeg op toen hij, incognito, de eetzaal betrat. De lauwe stemming sloeg om in enthousiasme en overmoedigheid. Mijn hartje ging er zelfs sneller van kloppen en blozend verlieten moeder en zoon vlot de ruimte. Om na afloop terug te keren in het caf? waar h?j werd belaagd door m?jn meiden! Een beetje genant was het wel. Ik genoot van de aandacht die hij kreeg. Het is wel m?jn zoon; ?k heb hem gemaakt dus mag ik ook de credits? Je mag, eventueel, liefst niet te lang, met hem verkeren maar als het m?j niet bevalt kun je het wel schudden! Dus! Ik mocht naar huis. Moe en trots, met de zoon aan het stuur. Dit had ik niet willen missen, hoewel die werkweek me gestolen kan worden!
Deze zondagmorgen was het weer zover. Er kon geklust worden bij mammie. Dat doen wij, broertje H. en ik, twee keer per jaar. Schilderijtjes worden opgehangen, deurklinken gesmeerd, kattenluiken gerepareerd. En altijd is er weer die immense tuin. In het kader van de herfst lagen er vrachten blad op ons te wachten. Het hele dak lag vol, de paden, eigenlijk alles was bedekt onder een dikke laag eikenblad. Voor de gelegenheid had mams, samen met de buur, een bladblazer gekocht. En hoewel ik een hartstochtelijke afkeer heb van overbodige elektrische speeltjes (de Senseo!!), werd ik nu getroffen door een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Het rode monster lag op het pad en schreeuwde er om gebruikt te worden! Nu heeft mammie, buiten een aantal andere talenten, de onverbeterlijke gave ?ltijd (?cht ?ltijd!!) dingen aan te schaffen die het niet doen. Je vraagt je af hoe het kan maar ze presteert het om ?ltijd n?t die weigerende telefoon, die niet koelende kast, dat zelfbouwpakket z?nder schroeven of de kapotte parasol uit het schap te plukken. Dus je begrijpt; die bladblazer begaf het eigenlijk binnen 10 minuten. Soms deed hij het nog even. Maar altijd stopte hij spontaan weer. Een behoorlijke domper op mijn feestvreugd?. Niet verbaasd door dit verschijnsel, het was tenslotte de zoveelste keer, liet ik het ding links liggen en pakte de bezem. Broertje begon heel intelligent de in- en uitgangen te bestuderen. Er stond op dat hij alleen was bedoeld voor droog blad, maar blazen is toch blazen zou je denken? Of je nu blaast tegen een vers pak blad of tegen de pui van de Amerikaanse ambassade; zo?n ding hoort toch gewoon te blazen, of niet dan? Dat blad dat bij mammie lag was natuurlijk niet droog. Het regent al de hele week en het blad van het dak hadden wij, met ettelijke liters water, zo de tuin ingekieperd. Waarna ik er met die blazer doorheen was gedenderd. Ik voelde me reuze schuldig maar wist het van me af te zetten door de ijzersterke theorie dat mams weer ?s een kat in de zak had gekocht. Toch gingen wij gingen hier lang over nadenken. H??l raadselachtig?. We gingen het wetenschappelijk aanpakken. De bladblazer werd onderworpen aan een uitvoerig onderzoek. Zonder resultaat. Tot ik niet anders kon dan de conclusie trekken dat het helemaal niet aan het apparaat lag. Het was iets met de elektra! Even ?Henken? (een werkwoord dat in onze familie betekent dat je zoekt in je oude rotzooi en treft wat je zoekt) en ik had twee bruikbare stekkers. Nu nog een schroevendraaier, dat was wat lastiger, en ik kon de proef op de som nemen. Hij deed het weer!!! Trots blies ik de laatste restjes blad de tuin door. De blazer, net een enorme fallus, op de buik. Een jongensachtige stoerheid maakte zich van mij meester. Hoppa! Klaar! Opgeruimd! Fijn! Toch blijft het een dom ding, zo?n bladblazer. Je vraagt je af wie het bedacht heeft. Of blaadjes niet gewoon mogen vallen, en liggen. Alsof wie niet al genoeg stroom verbruiken. Het is toch om je dood te schamen???
Het kwam door Zwap. Hij deed me denken. Aan mijn vader?. Pappie is al 15 jaar dood en in de fik gedaan. Dat leek hem het beste, dus deden wij dat. Dat je dan later niet ?een plek? hebt om heen te gaan beseften wij ons niet; er was immers nog niet eerder ??n van ons dood gegaan? Misschien hebben deze gebeurtenissen mijn voorliefde voor begraafplaatsen wel in gang gezet; ik kan er niet van afblijven! Pappie was een lieve schat. Tikje lastig, dat wel. Licht opvliegend van karakter, genant bescheiden, grenzeloos principieel, vernietigend nuchter, trouw tot in de dood wat enigszins dubbel is in dit verband, en onstuimig enthousiast. Hij had iets over zich waardoor je altijd voor hem wilde zorgen. Een kwetsbaarheid die met geen pen te beschrijven is. Daarnaast maakte hij ons ook vaak w?est als er weer botervloten en broodroosters door de kamer vlogen omdat hij weer een aanval van onbedaarlijke frustratie had. Naderhand kwamen altijd de tranen en de excuses. Nee; met emoties omgaan was niet zijn sterkste punt. Lachen om de akeligste zaken, dat kon hij als de beste. En dat kwam goed uit want akelig werd het. We lachten wat af?. Als je nu aan me vraagt; ?mis je hem? geloof ik dat ik nee moet zeggen. Niet hardop natuurlijk, dat d?rf ik nog net niet, maar hier durf ik het wel. Want ik heb geen flauw idee wat missen eigenlijk is. Moet dat elke dag? Moet dat met tranen, verdriet? Of mag dat wel met enige trots, met opgeruimde herinneringen? Zijn zelfgekozen dood verraste ons niet. We waren al jaren voorbereid. Het enige dat naar is, is dat je je kapot schrikt als het eindelijk zover is. En dat je dan denkt ?had ik maar?. Had ik maar beter voor hem gezorgd, had ik maar geluisterd, had ik de bek maar opengetrokken?. Maar ?had ik maar? kun je niet eten, het voegt niets toe en het lost niets op. Jammer is het, dat dan weer wel. We hadden hem er nog graag een tijdje bij gehad. Maar als ik aan hem denk ben ik trots. Hij is mijn bijzondere pappie, en hoewel ik nog een broer en een zus heb voelt dat uniek. Hij was van mij, en daar kwam geen mens tussen. Na zijn dood is dat alleen maar sterker geworden, dus waarom missen? Hij heeft gedaan wat moest, gegeven wat kon, en ons geleerd wat nodig was om volwassen in het leven te staan. Nee, ik mis hem niet. Hij is er nog!
Vanavond is het zover. De laatste keer. Of in elk geval de bijna-laatste keer. Mijn kind gaat zo?n beetje de deur uit?. Negentien is hij geworden dit voorjaar. Diploma op zak, recent nog een rijbewijs erbij, dus karren maar is het motto. Niet dat hij wil gaan studeren; n??, h? effe! Er moet gereisd gaan worden. En omdat moeders dat niet trekt zal hij zichzelf moeten supporten. Dikke munten maken voor zijn ticket en verblijf in Australi?. In dat kader stapt hij morgen op. Met monsterboekje. En medische keuring. Ikzelf word bijna lyrisch van het idee alleen al; maten op ?n Klipper! Moeders is zich er nog niet geheel van bewust wat dat allemaal gaat betekenen. Ongekende vrijheid, alle avonden alleen thuis (?), geen gezeur meer over de vaat op het aanrecht ipv in de vaatwasser, fiets op straat ipv in de schuur, geen reden meer om ?berhaupt nog thuis te komen van je werk, de definitieve intrede van de ouderdom?. het dringt allemaal nog niet echt tot me door. En toch is het morgen al zo ver. Ik moet loslaten, en hij wellicht nog meer. De navelstreng gaat weer een stukje verder door. Ik ?ga er niet meer over?; een gegeven dat de laatste tijd al steeds regelmatiger pijnlijk duidelijk werd. Vreemd genoeg roept dat bij mij een soort schuldgevoel op. Hij duwt me van zich af, maar ik lijd onder de gedachte dat ik hem niet voldoende g??f. Of heb gegeven. Meer nog dan in de tijd dat we bovenop elkaar zaten en waarin heus ook van alles fout ging bekruipt me het gevoel dat ik tekort schiet. Dat ik er zeker nu niets meer aan kan veranderen, dat we het hiermee zullen moeten doen. Op zich is dat geen drama. Het is mijn lieve kind, en ik smelt voor hem. En misschien is dat wel mijn grootste fout; dat ik zo vreselijk van hem houdt. Want die gasten van tegenwoordig hebben gewoon geen ballen meer!
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 19
Het was een hell of a job voor het technoteam. Maar nu begint het echte werk. de zaak zo organiseren dat er geen ontsporingen meer plaatsvinden.
Dat misdragen viel best mee hoor. Maar misschien was ik toen al naar bed... Nu echt weg... D?g Skeetie!
D?g Skeet! See you in Next, of elders... Maak het goed! (valt nog niet mee om hier met een maagdelijk witte pagina te vertrekken)... X