EEN PAASGEDICHT Laten we geen tijd verloren doen gaan door in het verleden te blijven hangen. Maar laten we genieten van de tijd die aan ons is gegeven door het lot. Laten we een plan bedenken om wat extra tijd stelen van het lot. Ook al weten we niet hoe het moet, we zullen het stelen! Laten we de wereld om ons heen verbazen door onze impulsiviteit. En daarmee onze criticasters de mond snoeren die o zo jaloers zijn op ons samen zijn. Kom we cre?ren samen een zevende hemel voor ons zelf zodat wij beide uit de hel van de realiteit die ons omringt kunnen ontsnappen. Laten wij door die vlucht de bittere realiteit die ons denken beheerst voor heel even achter ons. En als wij samen vertoeven in die zelf gecre?erde hemel, dan lachen wij even cynisch naar hen die niet in onze liefde geloven, en beminnen wij elkaar passievol in de door ons zelf gecre?erde tijdloze tijd die van hoger af geen tijd, geen hele tijd en geen halve tijd mag heten. Laten we voor een keer de gordijnen niet sluiten bij ons passievolle spel, immers lichamelijk zijn we er wel, maar geestelijk niet. Het verkeer raast toch wel aan ons voorbij. Ons niet opmerkend razen zij naar hun familie of, naar een typische tweedepaasdag attractie. Zie hen daar dan lopen, stijf en vroom bewegen zij zich onopgemerkt als grijze muizen voort. Zie hen dan daar bij hun familie zitten, als ware toneelspelers zitten zij gemaakt gelukkig te zijn aan die tafel met spijzen en drank. En in hun gemaaktheid beseffen zij zich dan, misschien, maar ook heel misschien, voor heel even weer dat zij gevangenen zijn van een door de maatschappij aan hen opgelegde keurslijf. Als geprogrammeerde robots zitten zij daar dan zogenaamd gelukkig te zijn! Lopen zij daar ergens achter de menigte aan in waan zijnde dat het nu eenmaal zo hoort te zijn! Haast niet beseffende wat ze eigelijk nog moeten gedenken, lopen ze daar, of zitten zij daar dan. Niet beseffende of datgene wat eigelijk herdacht moet worden eigelijk wel echt heeft plaatsgevonden, of dat het slechts een gecre?erde mythe is die de rest van de mensheid zo liefdevol onderdrukt, dat er uit zijn ijzige beknellende en verstikkende greep geen ontsnappen meer mogelijk is! Laat ons vanuit die gecre?erde hemel lachen om hun oppervlakkige domheid. Laat ons op deze dagen onze eigen vleselijke passiespelen intens beleven. Laten we in deze dagen van zogenaamde wederopstanding van een mythe die door zijn zogenaamde spirituele leer eigenhandig ervoor verantwoordelijk was dat de drie grootste wereldreligies anno nu keer op keer in bloederige oorlogen met elkander geraken voor heel even vergeten. Laten we gewoon doen waar we zin in hebben op deze dagen waar schijnheiligheid, huichelarij en toneelspel zegevieren. Laten wij met deze daad van blasfemie symbolisch herdenken; dat niet iedereen een familie heeft. Laten wij hiermee herdenken; dat een heel regiment aan mensen juist op deze dagen eenzamer zijn dan dat zij in de rest van het jaar al waren! Kom schat laten we in onze opperste euforie van het intens vleselijk genieten spugen naar het kruis, naar de kandelaar met de zeven kaarsen standaarden en naar de koran! Laat ons na die lichamelijke daad die symbolen lachend verbranden als teken van een nieuwe wederopstanding! Een wederopstanding van het tijdperk; doe wat je wilt!! Een tijdperk van werkelijke vrijheid en zelfontplooiing Een tijdperk waarin dogma?s taboes en maatschappelijke opgelegde keurslijven voor eens en voor altijd zijn verdwenen in een diepe put waarin het eens dit tijdperk in heeft geworpen!
Gevecht van een vlinder Je was een vlinder, een mooie vlinder die bij zich zelf wist dat ze ooit het gevecht zou moeten aangaan met een spin. Een dodelijke spin die jouw al eenmaal al flink had geraakt met haar giftige tentakels Maar je was een vechter. Je haatte het om te verliezen. En om je voor te bereiden op het laatste en definitieve gevecht vloog je met de zwaluw mee Ook al wist de zwaluw en jij zelf dondersgoed dat je dat gevecht niet kon winnen. Ook al kwam je van de straat, en was je opgegroeid in een klein armoedig dorp. Je had meer fatsoen dan de mensen in het land waar jij voor een korte tijd verbleef. Je was een op en top vrouw, meer vrouw dan de vrouwen die op je neerkeken. Nimmer beloog je me of bedroog je me, nimmer ging je maar een keer voor het pappiertje van definitief Nederlanderschap, want jij was een vlinder van eer die haar krachten spaarde voor haar allerlaatste gevecht. Maar diezelfde vrouwen die je van alles beschuldigde gingen zelf voor het geld. Ja zij waren het die teerde op het geld van hun vriendjes, ze belazerde bij de vleet alvorens zij voorgoed met een ander vertrokken naar de noorderzon. Hoe komisch en cynisch waren de verwijten die we soms wel es naar ons hoofd kregen. Ja ze hadden allemaal een goede opleiding, een meer dan mooi dak boven hun hoofd, een goede baan en geld bij de vleet. En wat had jij nou? Jij had een spin te bevechten, geen baan en geen geld, enkel en alleen maar mij. En dat vond je genoeg, en als je naar hen keek, dan zag je een berg aan Nederlandse ontevredenheid en verwendheid. Ja opdat gebied had dit land wel zijn bergen waar het voor rest zo vlak als tien eurocent was. Jij waarderde wat ik deed, maar nog niet liet zien. En ook al kon je de taal niet begrijpen, toch zag jij daar de schoonheid ervan in, waar anderen alleen maar naar de fouten van het geschrevene konden kijken. Jij keek verder dan hun, jij zag het, zij stoorde zich slechts aan fouten van iemand die ondanks zijn dyslexie gewoon schreef Jij was een vlinder en ik de zwaluw samen zouden we weer terugvliegen naar het land waar de glimlach voor altijd heerste. Ver weg uit de grauwigheid van dit land zouden we daar voor de tijd die aan ons was gegeven genieten van elkaar. Maar het lot was ons zeer ongunstig gezind. We genoten maar heel kort van elkaar. De echte onvoorwaardelijke liefde die ik bij jou mocht ervaren duurde maar relatief kort. Jij ging als de vlinder van eer die je was een laatste gevecht aan met de spin die haar tentakels je had uitspreid? Je nam het uiteindelijke lot zelf in handen en zo won de vlinder van de spin. Nu vlieg jij als overwinnaar ergens ver uit het bereik van de zwaluw over een bloemenveld en wacht jij op de komst van de zwaluw.
Ineens zag ik je. Jij zag mij. Keek me aan. Die indringende blik jouw was een blijk van herkenning. Gelijk gestemde, nee, maar in feite wel. Ik woon hier en jij woont daar. Ik werk daar en jij weer ergens anders. Ik begeef me in een wereld die jij niet kent, en jij begeeft je in een wereld die ik in een ver verleden heel goed kende. Je wilde gaan, maar ik deed je staan en zei. ?Kom blijf iets langer. En laat ons de aanwezige hier in deze kroeg vol houterige vroomheid getuigen zijn van een ontmoeting die twee werelden naar elkander toe doet brengen zonder enig interventie van ook maar een bruggenbouwer! ? Mijn droom kwam uit jij bleef. Jouw blijven deed de tijd verdrijven. Tijd leek niet meer te bestaan. Uren veranderde door onze ontmoeting in minuten. Minuten in seconden. Zelfs de intiemste kus die o zo kort voor ons leek, bleek in werkelijk heel lang te zijn. Zelfs toen we als zwaluwen naar je nest toe vlogen, vloog de tijd met ons mee. Want er was geen tijd meer, de tijd was verdwenen en voor we het wisten zagen we de zon bij je thuis weer opgaan.
Bereid, Ja ik was bereid om voor je klaar te staan. Maar je begreep me niet of nauwelijks. Wilde me niet begrijpen. Ik gaf je de vrijheid. Maar jij zag het als een vluchtweg. Een ontsnappingsroute voor een door jouw zelf gecre?erde vijand. Een vijand die alleen in je gedachte bestaat. Ik eiste niks van je, maar gaf. Vroeg niks terug. Maar jij begon te eisen. Duwde me in een hoek. Elke aai van mij is verworden voor jouw als een slag. Elk woord moet gewikt en gewogen worden op een gouden schaal alvorens ik het pad der eieren betreed. En bij elke stap die ik op kousenvoeten maak hoor ik een ei knappen. Wat te doen? Want die eieren waarmee je die weg hebt geplaveid blijven toch wel knakken. Zo werkt je verdediging jegens geesten uit een ver verleden nu eenmaal. Niets aan te doen. Je doet me pijn, maar in je eigenwijze volhardendheid zie je dat nog geen eens. Jij ziet alleen het duistere maar niet het goede. Wie het duistere niet kent zal nooit het goede kunnen leren kennen, maar wie het goede niet ziet en ervaart zal altijd in het duistere blijven. Misleid als je bent door het duister zal jij het goede met successie weten te weren. Het geen kans geven om zijn ware uitstraling te laten zien. Als een blinde zal je blijven zien, als een dove zal je blijven horen. En zo zal je nooit echt een mooie lente ochtend zien gloren. Wil naar je toeschreeuwen: Kijk es wie ik ben en breek door de stilte van jouw kant heen Reik naar me hand Maar dat is te tevergeefs, je ziet alleen maar wat je wilt zien, en hoort alleen wat je wilt horen. Je moet proberen de pijnen uit het verleden zien te vergeten. Dat achter je latent verder stappen naar de onbekkende horizon die voor je gloort. Sta open voor de mensen die je daar ontmoet. Verleden is verleden en heden is heden. Kijk niet te veel naar je gebreken, gebreken zijn een algemeen goed die ieder mens bezit. Niemand is perfect en iedereen is zijn hele levende lerende, zelf een god! Lach es naar me, wees daar es toe bereid. ODE AAN AZ?ZEL HIJ verbood, maar jij deed. Elk gebod lapte jij aan je reet. Wat je deed, deed je grote baas afgrijzen en dat alleen maar om je punt te bewijzen. Een ander wat leren zorgde ervoor dat je van hem eeuwenlang de eenzaamheid mocht ontberen. Je aanhang groeide gestaag en dat ging op die mensenkinderen planneet niet traag. Jij en je aanhang allemaal mannen die vrouwen lieten bevallen. Polygamie ging bij jullie in harmonie. Voor hem was dit verraad en stond je nu gelijk aan het pure kwaad met je goede daad. Jij leerde de vrouw zich met make-up te verfraaien, alleen al omdat, verwenste HIJ jouw naar de haaien. Door ZIJN goddelijke onvermogen verwerd jij op aarde tot de ware engel van mededoge Jij maakte daar feest en stond daarmee voor hem gelijk aan het eens door hem voorspelde BEEST HIJ zat er maar op zijn hemelse schip en jij dacht bij jezelf: ?ach man krijgt de pip? En hiermee werd jij onwetende ondergronds voor eeuwig hip. Jij begon steeds meer van de menskinderen te houwen terwijl HIJ daarboven ze steeds meer van zich af begon te douwen HIJ was hels maar ondanks ZIJN waarschuwingen bleef jij rebels. Jouw grigory van engelen bleef je trouw en nam vrolijk en wel elke vrouw. Jij was een hemelse wachter, maar in ZIJN ogen was je nu gedegradeerd tot slechts een hemelse verkrachter. Je lachte alles weg, en ging hiermee als engel je eigen weg. Een weg vol van vooroordelen, met uiteindelijk een duivels oordeel. Jij kreeg alle blaam en belande voor 666 eeuwen in de put. Maar klom erop het laatst uit en zag de mensheid en dacht: ?ach gut? MOOI VAK Je loopt door de regen maar de regen deert je niet, want binnen, diep in jezelf regent het ook. De wind giert om je heen, maar dat hindert je ook niet, want diep in jezelf woedt er al een tijdje ??n hevige storm. Binnen in de kroeg ben je omringd door mensen, maar die mensen zeggen je niks: je bent nu eenmaal alleen. De aandacht die je van hen krijgt. Het is gemaakt, hun woorden zijn slechts loze woorden, los zand wat als gruis wegwaait met de wind. Je kan wat bijzonders, iets wat anderen niet zo gauw zullen doen of durven, en als ze het doen of durven, er dan niet openlijk voor durven uitkomen. Je gaat voor het geld tegen de stroming van de burgerlijke moraal in en je ervaart wat die vijftien minuten van beroemdheid met je kunnen doen, ze maken je eenzaam! Vrienden heb je niet meer. Slechts profiteurs die je graag omringen omwille hun eigen belang. Je deelt het bed met de vele sensatie dellen die je in het weekend tegenkomt. Maar als je weer de deur van je eigen huis hebt dicht getrokken, dan weet je weer bij je zelf: dat niemand maar ook niemand ook maar iets om je echt heeft gegeven. De naams en bedrijfskaartjes voorzien van telefoonnummers en bijbehorende e-mail adressen zijn je die nacht weer om de oren gevlogen. Niet dat je daar om vroeg, maar ja het gebeurt gewoon. Ze willen wat van je, voor hen ben je een held, een persoon die veel gewin voor hen kan opleveren Maar door het grotere deel van de aanwezigen in de kroeg ben je weer es merendeels verguisd. De vrouw die je leuk vond is weer es gewaarschuwd door een man omdat je zogenaamd gevaarlijk bent. Voor hen ben je slechts een despoot van het bloedgeld. En aan het eind van de nacht hebben de profiteurs weer van je geleefd. Ja het was weer een gezellig avondje uit voor je voor de ene ben jij een held, een baanbreker en een aan de kaaksteller, maar voor de ander ben jij een hufter, een perverseling een ondermijner van de waarden en normen die deze maatschappij in een beklemmend keurslijf houden en de mens en zijn lusten benauwen. Jij bent vrijer dan vrij, maar je voelt je door de maatschappij om je heen gevangen gezet. Je bent door je uitingen van vrijheid verworden tot een derderangs burger voor de meeste. Je komt voor de zwakke op maar merkt in je strijd dat een held merendeels het lot mag ondergaan van een waarheidsvinder, en niemand is ook maar echt gesteld op een waarheidsvinder, want zij komen te dichtbij! Inwendig lach je wel es cynisch om de wereld om je heen, want jij bent vrij, vrijer dan de meeste gefrustreerden om je heen die hun lusten buiten het medeweten om van hun geliefde botvieren op hun eigen seksgenoten of het andere geslacht. Je ziet wel es gaan. Van die stelletjes in je buurt. Zaterdag avond netjes opgedirkt de auto in en de buurt uit crossend met hun autootje wetende dat ze ergens in een stad ver van hunne afgelegen zich over gaan geven aan hun lusten die eens in de zoveel tijd er bij hen uit moeten omwille hun vastgeroeste relatie niet verder te laten vastroesten. Want dat wisten ze jouw jaren en jaren daarvoor te vertellen toen jezelf in zo?n club werkte. Maar anno nu, nu je in hun gegoede buurtje woont veranderd dit zelfde stelletje eenmaal thuis gekomen weer in saaie burgermensjes die jouw veroordelen om je levensstijl en je vak. Je lacht ze uit. Want je weet dat je voor hen te dichtbij komt. Telt je geld en zegt stilletjes ?dankjewel!? Want inwendig weet je dat ze la vol van die filmpjes, blaadjes en zij het niet meer hebben in hun huisje. Je gaat naar buiten op weg naar je werk, zwaait naar de mensen. Maar inwendig weet je dat ze jouw allemaal verguizen, want als je niet kijkt voel je de blikken van hen in je rug prikken. Want ze weten het, stuk voor stuk weten ze het, jij schaamt je er niet voor, want, dat doen zij wel voor je! En zo ga je (moederziel alleen zijnde en wetende dat jij thuis alleen je kat hebt om praten) weer aan het werk om hun verborgen lusten en fantasie?n op te wekken en denk je bij jezelf: Wat heb ik toch een mooi vak!
Schoonheid zit hem in de mens en niet uiterlijke wat hij of zij uitstraalt. Schoonheid kan men vinden in de twinkeling van het oog, een glimlach of een aandachtig oor De Schoonheid vind je ook in het respect wat iemand voor je toont, de vrijheiud die hij of zij je bied om je jezzelf te ontwikkelen, in de troost die hij of zij je bied of de in de beroering van een traan. De Schoonheid van een ander vind je alleen in puurheid en niet in de gemaaktheid. Wie schoonheid bezit accepteerd een anders lichamelijke gebreken kijkt erdoorheen en neemt het voor lief. Schoonheid vind je alleen in het innerlijk en niet in het uiterlijk van een ander.
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 9