"Nou ik weet niet of ik wel wat in huis heb", verzuchtte moeder tenslotte, terwijl ze runners uit vaders dos pulkte. "Vet zat, maar wat de rest van de worst betreft heb ik wel mijn vraagtekens." Ze stiefelde naar de keuken, alwaar het geluid van openslaande kastjes en laden, blikken, trommels en kasten volgde. Vader vouwde zijn verse zak op en kreunde wat. Stil nadenken was er ook niet meer bij. Hugo was stilgevallen, overvallen door de ontstane situatie. Worst maken had hij nog nooit gedaan, bij zijn weten niemand in dit huis. En wie in 's hemelsnaam was tante Oegie? Dat moest dan wel van moeders kant zijn, daar zaten wel meer 'gevalletjes' tussen. Ik heb haar er nog redelijk fris tussenuit kunnen trekken, had vader zich weleens laten ontvallen, toen hij het nog weleens over haar had. Alsof de duvel ermee speelde kwam moeder de kamer binnen, met een plankje hartigheid. Ze zette het op het bijzettafeltje naast de lamp uit de erfenis van Roelie en begon te declameren wat erop lag. "Kaas, boter, reuzel, een restje tzatziki en sloffe toastjes van vorig jaar. Dichter kom ik niet in de buurt. Als ik die agent nou gebeten had was er een kansje geweest." Ze veegde het zweet van haar bovenlip. Hugo zuchtte. "Nou da's nog geen worst." "NEE DAT WEET IK OOK WEL! VUIL KLOTEJONG! MOET JE ME NU ALTIJD ZO NAAR BENEDEN HALEN? ZIT ER DAN GEEN GREINTJE RESPECT IN JE DONDER?" Hugo glimlachte. Moeders razernij had toch ook iets vertederends, ze kreeg van die leuke vlekken in de nek als ze zich opwond. "Uw knotje zakt, moeder." Moeder maakte aanstalten om flink uit te halen, maar vader prikte razendsnel met zijn sigaar in haar linkeroog. "Die jongen heeft gelijk! Je knot zakt! Slons dat je bent! Reuheueueheue...." Ze zakte snikkend ineen naast het bijzettafeltje, haar elleboog leunend op de oude kaasplank. Hugo zag de reuzel langzaam haar kant op glijden, maar het leek hem beter daar maar even niet over te beginnen. Hij ontvouwde de zak en bracht hem naar vaders gelaat. "Wat zit er eigenlijk in worst?" "Dier," sprak vader door de zak, "wat mij betreft het liefst restvlees van varken. Buikspek. Peper en zout. In een darm." "Salie.", snikte het bijzettafeltje. "Salie, en ei, foelie, gember eventueel. En bij vette worst broodkruim, om het vet vast te houden." "En dat hebben we helemaal niet in huis?" foeterde vader door zijn zak. "Nou dat peper en zout en ei zal nog wel lukken. Buurvrouw heeft nog wel wat kruiden in de tuin staan, maar geen gember dunkt me." Ze wreef in haar oog en begon te gillen. Toen ze bemerkte dat vader een greep naar de bronzen kandelaar deed stopte ze snel alle toastjes in haar mond. Vaders bloedneus was weer gaan lopen en liet de situatie voor wat het was, gooide zijn hoofd in de nek en reutelde. Hugo liep naar de keuken, stak een shaggie op en trok een blik Buckler open. Hij had het gevoel dat hij het overzicht een beetje kwijtraakte, dat dingen een loopje met hem namen. Ineens moest uit het niets een worst gemaakt worden, met niks. En dat moest naar ene Oegie die God weet waar uithing. Vader en moeder wisten meer, de radio wist ook wat, maar daar had je drie dingen in een adem waar niet bepaald betekenisvol mee te communiceren viel. Misschien moest hij de hele dag aan zich voorbij laten gaan en lekker in bed zichzelf bevlekken. Als hij de lakens van elkaar kreeg tenminste. Dat viel nog niet mee sinds de hond er met zijn zaadlapje vandoor was gegaan. Onder zijn overdenkingen speelde hij wat met voorraadpotjes. Die met diarreeremmers viel om, en terwijl Hugo een stortvloed aan Norit verwachtte, rolden er twee tientjes uit. Hij bedacht zich geen moment en nam ze in zijn hand. Net op tijd. Moeder kwam binnenstiefelen en liep langs hem heen naar de proviandkast. Ze pakte twee oude Twentsche beschuiten en propte ze zo snel mogelijk in haar mond, scheurde de week van de kalender en pakte een marker. Met grote hanenpoten, want naast dat ze dyslectisch was had ze ook een spierafwijking die soms wel en soms niet handig was, met grote hanenpoten dus beschreef ze de achterkant van de kalenderweek. Al verterend hield ze het briefje voor zijn neus. Er stond: "Ga naar Gerard, Allee des Onanisme 6 huis, Saucisse-sur-Sachets. 34 km.", met een soort van krabbelplattegrond eronder. "Naar Gerard? Daar wil ik niet heen moeder, die zit midden in een fase!" Klets. Moeder schreef verwoed nog iets op de komende week, het was vast belangrijk. "Gerard --> Varken! Kom niet terug zonder vlees!" Hugo zuchtte eens diep. Blijkbaar moest er koste wat kost worst gemaakt worden. Hij stak de briefjes in zijn kontzak. "Prima moeder. Ik ga morgen, voor dag en dauw." Klets. Zo had hij ze al een tijdje niet gehad. "Jij faat nu alf de fodemiefer je fanf opfomfen en fietft die kantf op! Miffbakfel! Defertfeur!" Moeder trok Hugo mee de kamer in. Hem stevig vasthoudend checkte ze vader. Hugo kon van een afstandje al best horen dat die man in slaap was gevallen, met zijn slappe gehemelte. Voorzichtig boog moeder naar Hugo. "Hij slaapt." Hugo knikte instemmend. "Ik ga zijn portefeuille uit zijn broek vissen om je wat geld mee te geven voor onderweg." "Prima." Hij besloot het tafereel niet gade te slaan, doch zijn rugzak te pakken en te vullen met alles wat hij nodig dacht te hebben. 3 Boterhammen met paling en uitjes, een tandenborstel je weet maar nooit, een veldflesje Buisman, nou vooruit dat laatste Bucklertje ook maar, vuilniszak (voor het vlees), zakdoek (waarschijnlijk ook voor vlees) en iets om te flossen, want die paling was beroerd gefileerd. Hij liep naar de gang, trok zijn jas aan, shawl van moeder om want die rook lekkerder, en de rundlederen handschoenen van vader. Die droeg hij toch niet meer sinds de vinger. Hij gluurde nog even tussen de deur naar moeder en vader. Moeder zat op haar hurken en probeerde veel te behoedzaam vader geld af te troggelen. Zo ging het nog uren duren. Hij stapte naar binnen, gaf vader voor de zekerheid een dreun met de sigarendoos, duwde moeder opzij en wroette naar de portemonnee. Eenmaal gevonden trok hij hem open, en haalde er een geeltje uit. De opengeslagen portemonnee gaf hij aan moeder, die natuurlijk prompt het fotootje van dat jonge ding erin zag zitten. Krijsend stortte ze zich ter aarde. Laat ik de koperen kandelaar ook maar meenemen, dacht Hugo, en sloot de deur achter zich.
Het bleef al wat langer licht, zo begin maart. Guur was het nog, zeker, en nat ook. De maartse buien waren er vroeg bij. Zo zeg, de storm van eergister, dat zou Hugo nog lang heugen. Op de terugweg van Les Boules kreeg hij de trappers niet meer rond en zat er niets anders op dan te lopen, voorover leunend op de weduwe. Eenmaal bij de kerk, waar de weg afboog naar rechts, leek het tot bedaren te komen en had hij zich welgemoed weer op het zadel geslingerd. Normaal opstappen was er niet bij voor een jongen van zijn leeftijd. Niet in die tijd. Het gevolg was wel dat een windvlaag hem 5 meter later te pakken kreeg en Hugo hardhandig door de haag van de pastorie smeet. Maar het bleef al wat langer licht, zo begin maart. "Hugo!" De stevige klemtoon op zijn eerste lettergreep deed hem uit dromenland donderen. "Wat heb ik nu gezegd? Dicht die gordijnen! En de overgordijnen! Straks bellen ze aan en dan begint het gezeik weer van voor af aan! DICHT DIE GORDIJNEEEEEH!" Het afwaswater sijpelde uit de vaatdoek die ze vastgeklemd in haar vuisten had. Moeder had hysterische aanvallen nu en dan, sinds haar broer was opgehaald vanwege een akkefietje met een Duitser. Van beide werd niets meer vernomen. 't Was niet bepaald haar lievelingsbroer, dat was Gerard maar die wilde liever Gertrud genoemd worden en dat kon niet in t dorp. Ze had het moeilijk, moeder. Hugo sloot maar snel allerlei gordijnen. Maar zoals gewoonlijk was hij weer te onbesuisd voor een jongen van zijn leeftijd, in zijn tijd. De runners vlogen uit de rails incluis het velours overgordijn wat overduidelijk gestopt was. Vader, die aan de radio gekluisterd zat, kreeg het grootste deel in de schoot geworpen. Die hyperventileerde instant, daar was ook niet veel voor nodig. Hugo wist niet beter, op de meest belangrijke momenten in het leven stond vader te hyperventileren. Vandaar ook de neutrale bruine zak, die altijd voor het grijpen lag in vaders vest. Die kregen ze gratis van de slijter, bij gebrek aan legale drank. Zonder aarzelen zette Hugo zijn vader aan de zak, terwijl moeder luid krijsend op hem afkwam. Gelukkig ging de deurbel. Iedereen versteef, behalve vader, die stikte bijkans. Hugo haalde voor een moment de zak weg. "Reueueueueueuehhhhh..." en de zak er weer op. "De bel gaat, moeder." Moeder knikte ademloos, stokstijf van de ontstane situatie. Met haar hand voor haar borst wees ze stiekem doch prangend naar het raam. Ach natuurlijk! Vanuit Hugo's positie was te zien wie er voor de deur stond! "Het is de kit, moeder." "Moeder bewoog niet. Ze siste. "Wie? De ouwe of de jonge?" Hugo tuurde, hij kon het niet goed zien. Die petten van toen ook, ze ontnamen alle herkenbaarheid. Als hij klaar was met school wilde hij ook een functie met een pet, zo'n mooie pet. Dat scheelde de helft van zijn uitslag, en dat was tamelijk. "Hugo! De ouwe of de jonge verdomme?" "Ik denk de jonge, moeder" Moeder ontspande. Zuchtte even diep, gooide haar knotje los en liep naar de gang. Hugo luisterde met een half oor. "Goedenavond agent" "Medam, u heb de gordijnen niet dicht!" "Ik weet het, agent, het is mijn zoon, hij was iets te bruusk. Vanzelfsprekend wordt hij gestraft voor deze..." "Hugo? Die van de haag van de pastoor?" "Ja inderdaad, maar... " "Alles wat dat ventje tegenkomt gaat kapot lijkt het wel! Die ontbeert toch een stukje kadaverdiscipline! Het lijkt ons..." Hugo werd gestoord door een harde trap tegen zijn scheenbeen. Vader was wat blauw aangelopen en leek erg benauwd. Vooruit, dacht hij, laat ik hem maar even zonder zak proberen. Een ware bijna-doodsreutel bevrijdde zijn vader van de zak. Goeie kwaliteit was dat toch, zo'n zak. En dat in die tijd. Hoestend en proestend wees zijn vader naar het kistje sigaren op de salontafel. "Dat zijn uw sigaren vader." Een klets en een woedende blik volgden. Toch knap waar die man soms zijn energie nog vandaan haalde. Maar de hint was duidelijk. Door al dat gereutel van het overlevingsinstinct van vader was de woordenwisseling bij de voordeur niet meer te volgen, het leek wel gemurmel. Ook dit keer zou het weleens met een sisser kunnen aflopen. Hugo besloot het gordijn maar weer op te hangen met de resterende runners. Wellicht vond hij er nog een aantal in vaders weelderige dos, maar je moest de goden ook weer niet verzoeken. Terwijl hij half in de vensterbank stond, zag hij de agent met de hand tegen de deurpost leunen. Verder zag hij niet zoveel, aan de bewegingen van de pet leek het op instemmend geknik. Zelf wilde hij er eentje met een rode bies, besloot Hugo. Eenmaal gereed sprong hij soepel naar benee en zetelde hij tegenover vader, beneven de radio. Tijd voor een bukshag. De voordeur sloot. Niemand zag de agent vertrekken, de gordijnen waren immers dicht, maar toch slaakte het hele huis een zucht van verlichting. Moeder liep rechtstreeks naar de keuken, ze zag er wat groezelig uit. Terwijl vader en ik naar de radio luisterden kletterde het water in de lampetkan. Gorgel en spuug. Vader en ik glimlachten begripvol naar elkaar, de humor kwam duidelijk van zijn zijde. Doch plots stak vader zijn vinger op, en bracht hem naar zijn getuite mond. De Overzeesche boodschappen begonnen! Moeder die mopperend binnenkwam kreeg de sigarendoos naar het hoofd. De onwaarschijnlijke manoeuvre waar ze die mee ontweek terwijl ze een handdoek voor haar gezicht hield bevestigde voor Hugo nogmaals de geweldige verstandhouding die zijn ouders in de loop der jaren voor elkaar hadden eigen gemaakt. En ze wist donders goed dat ze nu even de bek moest houden. Vader draaide de radio een tikje harder, het groene oog leek wel heel de kamer met een spookachtige gloed te vullen terwijl de lampen toch gewoon aan waren, en bij iedere zin uit het apparaat leek het wel te knipogen. Het knarste en knetterde: "De oude zeug gaat het aan, ik herhaal: de oude zeug gaat het aan. De Surinaamse kraai is geen blingblingneger. Ik herhaal: de Surinaamse kraai is geen blingblingneger. Granouille is een druiloor. Ik herhaal: Granouille... " Spannend waren ze altijd toch, de boodschappen. Hugo begreep er geen zak van, maar toch... De zak! Hij moest als de drommel een nieuwe zak pakken voor vader een nieuwe aanval kreeg! Hij spoedde zich naar de bijkeuken alwaar een voorraadje lag. Leuk was het, om daar pardoes binnen te vallen en dan de muizen proberen te tellen. Laatst ook, toen vluchtten een muis of drie achter de oliekan maar hun staartjes kwamen onder de plank tevoorschijn. Hugo had ze toen vastgeniet met vaders apparaat. Ze zaten er nog, zag Hugo. Met een verse zak keerde hij terug Eenmaal in de woonkamer waren de Overzeesche boodschappen nog steeds bezig. Hij stak de zak in vaders vest. De radio kraste. "Picasso is een intraveneuze hork. Ik herhaal: Picasso is een intraveneuze hork. Babette vind je aan het eind van de gang, rechts. Ik herhaal: Babette vind je aan het eind van de gang, rechts. Tante Oegie verwacht nu toch wel de vette worst, ik herhaal: tante Oegie verwacht nu toch wel de vette worst. Er staat geen paard in de gang, ik herhaal: er sta... " Vader verstijfde en keek moeder aan. Moeder stokte het knotten en slaakte een gilletje. Niet zeker van de ontstane situatie pakte Hugo de zak. "Hoorde jij wat ik hoor, Camilla?" "Ja Huibert, ik geloof het wel. Herhalen ze het nog?" "Nee natuurlijk niet, troela, dat doen ze meteen! Hugo, wat hoorde jij?" "Ik? Eh... Babette vind je aan het eind van de gang." "Nee zak! Daarna, daarna!" Hugo plaatste de zak op vaders gezicht. Moeder griste hem weer krijsend weg. Vader had een bloedneus en rode ogen. "Wat zei die daarna?" Tjonge wat een opgewonden zooitje was het ineens. "Eh... eh.....tante Oegie wil een vette worst of zo!" Het werd stil in de kamer, niemand zei nog een woord. Als er een klok was zou je hem hebben kunnen horen tikken, maar ja die radio h?? Vader zette het onding uit, en pakte moeders hand. Hij keek haar even aan, en toen Hugo. "Het is zover jongen." Moeder aaide hem warempel tot tranen toe geroerd over de bol. "Wat? Wat is zover?" "Tante Oegie verwacht nu toch wel de vette worst, jongen" "Nou, boeien! So?" "We moeten worst maken, vent, en rap ook." Vader stond op, en het kwam hem voor dat hij dan door de inspanning moest ontluchten. "Heur ik daar spek bakken?" schertste hij, en voor een moment was het huis gevuld met plezier. Het was een geweldige tijd.
Ik kan niet meer slapen Ik kan niet meer slapen draai draai Ik kan niet meer slapen Ik kan echt niet meer slapen Goeiemorgen grote jongen Jij kan ook niet meer slapen.
Trek de deur achter me dicht sleep me de trap op Haal me uit verstomming laat mijn gevoel dansen en trek in godsnaam wat hartigs aan
hey been trying to meet you hey must be a devil between us or whores in my head whores at the door whore in my bed but hey where have you been if you go I will surely die we're chained uh said the man to the lady uh said the lady to the man she adored and the whores like a choir go uh all night and mary ain't you tired of this uh is the sound that the mother makes when the baby breaks we're chained http://nl.youtube.com/watch?v=3jN-4lSbFLk#
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 8
Ironheads zijn berucht vanwege hun onbetrouwbaarheid. Maar het is zonder twijfel de mooiste Sportster. En met zo'n dikke tank (Duo Glide?) is jouw impulsaankoop erg begrijpelijk. Als je nog een zaak zoekt om hem te laten reviseren, let dan op dat ze vo
jouw belevingswereld moet een groot poetisch pretpark zijn. waar de simpelste huishoudelijke medeling een dichterlijke uitdrukking wordt.