Ook voor jou.
21 - BAUHAUS Het Bauhaus, opgericht in 1919 door W. Gropius (als opvolger van Henry van de Velde, Les XX, bij de academie in Weimar) was een kunst- en ontwerpopleiding in een nieuwe stijl, met de nadruk op (multi-) functionaliteit en strakke, vaak minimalistische lijnen. De studie begon met de zgn. 'Vorlehre', over vorm, kleur, en een aanzet tot zelfwerkzaamheid, te vergelijken met ons huidig 'basisjaar', muv. de academie in Den Haag, waarin eerst J. Itten en later mensen als L. Moholy-Nagy en P. Klee lesgaven. Deze laatste vormt een belangrijk bewijs dat Bauhaus niet slechts gestoeld was op stoelen maken en objecten styleren, zijn zienswijze was namelijk metafysisch, hij was op zoek naar de ware aard van dingen achter de herkenbare of gezochte vorm uit de alltag. Eveneens claimde hij de geest van de wereld te voelen, en met het contrapunt uit de muziek als idee achter zijn schildercomposities trachtte hij de tijd te bevriezen om zo een inkijk te geven in ... wel eigenlijk de idee?nwereld zoals wij die kennen van Platon. Maar dan op een zachtaardige, duitse manier, hij zei over kinderen en hun cretieve uitingen: "Hoe hulpelozer ze zijn, hoe instructiever zijn de voorbeelden die ze ons aanreiken." En zo bleef ook de romantiek aanwezig in dit instituut. Er is weinig documentatie over zijn lesmethoden, relevant is wellicht zijn boek 'Het Denkend Oog'. Andere beroemde lieden die invloed hadden waren oa. W. Kandinsky, O. Schlemmer, en via gedrukte uitgaven ook P. Mondriaan en K. Malevitsch. Het Bauhaus ging ter ziele in 1933, na een verhuizing naar Dessau en een grijs jaar in Berlijn, mede te wijten aan de angstpolitiek en het neoclassicisme van het Derde Rijk. Dat architectuur de hoogste onder de kunsten was, werd wel nu duidelijk, metaalwerkplaatsen raakten meer en meer toegepast. De invloed uit de beginjaren bleef echter zichtbaar voorkabbelen in bij voorbeeld Zwitserland, waar de gestructureerde en functionele omgevingen werden gecombineerd met de natuur en het heilstaatideaal, en tijdens de oorlog in gebieden als Kareli?, waar door verlies van materialen en ook mankracht een sobere en 'handige' verwerking van meubelen en andere gebruiksvoorwerpen noodzakelijk werd (Werk, April 1943). De kunstzinnige zijde echter blijft onzeker, ook nu nog, 73 jaar na het verscheiden van het bolwerk dat toch onze hedendaagse structuur dicteert, weet niemand wat kunst eigenlijk is, en zoekt het in de technologie. 28 - ROMANTIEK Mochten wij momenteel nog in de romantiek leven en werken, waar ligt dit dan aan, en waar valt dit aan te zien ? Ik denk eigenlijk van niet, al is de romantiek waarschijnlijk de vorm waarin we blijven zoeken, zo is het verworden tot een dogma, liever dan een stroming, of een epoche. Uitgangspunt is de gedachte dat de wereld groots is, en meeslepend. Wellicht het (pruts)werk van deze of gene schepper, of zelfs een bedacht systeem, maar altijd overweldigend, de thema's uit de bijbel of folklore doen er dan ook niet echt meer toe, meestal duiken de laatste op als fenomeen, met de menselijke karakters gelijk aan wegwaaiende boombladeren. Dit schept natuurlijk een probleem: als je de ziel van de wereld aanvoelt, en je laat meenemen, hoe houd je er dan controle over, voornamelijk in je grafische of muzikale uitwerking ? Zo is exemplarisch voor een romantisch werk dat het een fragment is, of uit fragmenten bestaat. Flarden of zelfs kathedralen van suggesties en impressies, een verhaal zonder zeker einde is eigenlijk wat je er van ziet. Heinrich Himmler in zijn verwoede pogingen een nieuwe wereld te scheppen gaf eigenlijk het startschot voor een nieuwe beweging, toevalligerwijs of niet viel deze in na de tweede wereldoorlog. In de tweede helft van de twintigste eeuw is het ideaal van het gesamtkunstwerk (voorheen een kerk; een Wagner-opera met muziek, kostuums, een tekst) teruggebracht tot een hanteerbare vorm, iets om te beschouwen. Denk bijvoorbeeld aan de installaties van E. Kienholz (heeft gestudeerd in Spokane, geen kunst, ging toen naar LA.), samengevoegde, vaak gevonden voorwerpen die tezamen een oneindige reeks van opeenvolgingen in een verhaal vormen, maar ook niet tot iets concreets leiden. Meer een sfeer, een beschouwing van de onzekerheid waarin wij leven. Dat bepaalde beelden van hem als shockerend worden ervaren zegt toch dat een druipende deegmassa met benen niet het idee is achter de werkelijkheid dat mensen eigenlijk willen inzien, terwijl dit wel zo is. Wie is er nog meer ? M. Abramović, de vrouw van de performance (te categoriseren na A. Kaprow, de man van de happening), zij bracht een publiek samen om haar te aanschouwen terwijl ze in zichzelf sneed, of onophoudelijk tegen een tegenspeler opliep. Het ging over liefde, kunst, ze stelde eigenlijk vragen. En A. S?chas, die zijn slapeloosheid of onvrede over het weer op verjaardagspartijtjes tot uiting laat komen in komische opstellingen van geabstraheerde poezenfiguren. Hedendaags wordt er veel gewerkt met flotsam en jetsam, de afschrikwekkende spullen en zaken uit ons dagelijks leven, want veel anders is er niet meer over. Denk aan dogtime. Zo keert de kunst toch terug naar het duidelijke ... zo is kunst eigenlijk overbodig, en dat zou het ook moeten zijn, maar tot het opgelost wordt blijft de idee?nwereld erg ver weg. En wij wachten met de klokkengezichten uit de Beanery. Een titel: 'zero built a nest in my navel' (U. Rondinone) is veelzeggend. De romantiek bestaat tegenwoordig als de schimmel aan de wanden van ons universum, nadat Gustav Mahler er in is geslaagd het te be?indigen (eigenlijk te doden, in zijn zesde symfonie schept hij wel degelijk een taal, en weet hij binnen zijn ritmiek de verhaallijn bestaansrecht te geven, en met zijn thematisch materiaal het dieptepunt uit de romantiek, de zevende van Anton Bruckner, wellicht door middel van osmose te laten verdwijnen ...), zou het duidelijk moeten zijn dat kunst geen proces is, dat is het leven, en is het onderwijs momenteel een achtbaanrit in een regen met een maximale dichtheid, op een grond boven een dubbele grot waarin in de bovenste holte een draak leeft. Let wel: dit is beschouwend. 27 - ZEVEN VRIJE KUNSTEN In de periode, lang geleden, voor achttienhonderd, zou een intellectueel (ook in de kunsten) moeten beschikken over geschiktheid in de drie op het woord betrokken wetenschappen, grammatica, je moet duidelijk zijn tegenover je publiek, he rhetorica, en het overtuigen, dialectica, het tegenover elkaar stellen van 'waarheden', waarachter wellicht de betekenis ligt, dit wordt oa. toegeschreven aan Nietzsche en Stirner. en ... artihmetica (voor het onlogische, het spontane) geometrica (voor het logische, ofwel het gemetene) astronomia (belangrijk voor het begrip van de kosmos) musica (en de verhoudingen) ofwel: de zeven vrije kunsten, de vaardigheden waarin je kunt onderzoeken, en uitingen kunt doen. Want de mannen die deze kunsten beoefenden waren vrij, zij hoefden zich niet te voegen naar een triviaal samengeleef. Nu beschik ik over de vrijheid, ... de nieuwe zeven vrije kunsten in te richten. In een nieuw trivium en een nieuw quadrivium. Toch schept de toegang tot het vrije bestaan een verantwoordelijkheid, wars van decadentie (tevredenheid, mimiek) en wellust (behalve een toepasbare), af te leggen aan de verlosser, die pas zal komen wanneer de kunst af is. Het eerste zal ik indelen als groep vaardigheden voor het innerlijk. Muziek. Het begrip en de vernieuwing. De metronoom als satan. Beneden dit valt de discipline beeldende kunst, met anticipatie op het contemporaine. In dit geval, aan de voet van 2007, vivo-arts (Zaretsky), over het onberedeneerde bewustzijn en de rol van alle organismen in de samenleving, en de verrijking hiervan; het spel en de spelers (Van Oord), maar altijd met een slag om de arm, de regels van recht van aanval en reikwijdte; en defensief industri?el ontwerp. Haptonomie. De geest en het idee zijn fictief, de realiteit echter is maakbaar, en verder, het eigen lichaam ook. Controle over groei- en verwerkingsprocessen. Katatonie, de dingen los kunnen zien, zonder context. Vervolgens de vaardigheden voor de omgang met de wereld. Politiek, het vertalen van de wensen en beslissingen van mensen in beleid dat voordelig is. Hier onder valt ook nadenken, liegen, omwegen nemen. Fotografie, aangezien de visuele prikkel de meest be?nvloedbare en banale is, het vast kunnen leggen van dingen waar je zelf controle over hebt, zowel voor als achter de lens. Buitenspelen, Het Buitenspelen. Met de overtuiging dat het woord maakbaar is, en slechts een middel in overleving en het 'dichtkitten' van je omgeving, en je streven toch is op een zuivere manier het heiligdom te bereiken: de fysieke, onontkenbare kunsten van het sabelen, het afleggen van afstanden, en de vrije spelen, ook wel de metavaardigheden vanwege de abstracte verbintenis met het maatschappelijk leven, zoals bijvoorbeeld de draaimolen of het voetbalveldje. Onverantwoordelijkheid, het losweken van dogma's en het twijfelen aan gemetselde muren. Omgekeerde betekenis is vriendschap, trouw. Dit is noodzakelijk, en in te delen naar gedeelde overtuiging. Al met al dient dit financi?el gezien mogelijk te blijven. 26 - APOLLONIA EN DIONYSOS Een verhandeling aan de hand van de handeling van het aanbrengen van plakband, kleefband; dan wel klevende vlakken. Apol was een god in de griekse mythologie, en is naamgever van een laan (compleet met bomen) in het zuiden van Amsterdam. Zijn kenmerk was zijn schoonheid, en hij was voor alles de god van het licht, van de schoonheid, van de harmonie. De goede man was overwegend homosexueel, en toen zijn geliefden stierven maakte hij van hen dan ook tuiniers' objecten van affectie. Daphne echter, de dochter van de riviergod pene?s, die hij liefhad, verkoos zelf de rol van de onafhankelijkere laurier. De kunstenaar die aan Apollo gelooft zal liefkozend en vastberaden zijn gekleurde, twaalf milimeter brede isolatietape ter hand nemen, rustig nadenkend de eerste stroken aanbrengen op de draak van het schilderij van de vijftiger jaren romanticus, die zonder naam blijft. Enigszins verwoed doch immer in controle zet hij zijn taak voort, er verschijnt een raamwerk waarin de schoonheid schittert, als waren de verschillende delen die onbedekt blijven kleine zonnen die met elkander een perfect paard vormen. Een pony, met een ranke snuit en een guitige oogopslag. Hij vervolmaakt zijn werk door met zijn glanzende en gescherpte kapmes een kleine snorrebaard van een andere kleur tape uit te snijden, en deze aan te brengen op zijn bovenlip. Smalend, schamperend, maar altijd met een licht gekleurd hart, begroet hij met zijn kruin de zomerstralen die vanuit het hoge schoolraam zijn atelier in dalen. Onder zijn planken vloer, donkere groeven zijn zichtbaar, als strofen van vermoeidheid en het verlies van alle hoop in een gedicht van P. Larkin, bevindt zich een gestommel, een immer in beweging zijnde dronken beweging van groffe stukken glas, volumen vluchtige vloeistof en omvallende boekenkasten. Boeken zijn de behoeftigen aan katharsis, boeken verzwaren de ziel van de kunstenaar, eenmaal bedekt in grote samengestelde vierkante maar gerafelde vlakken van zwart, bekend aandoend, leerachtig 'gaffer' tape, altijd voorzien van een slechte huid (en behandelt dit niet met fruit) en verklevingen, met het zelfde materiaal verbonden aan zijn canvas, zijn vormeloze werk. Woest doch dol van de blijdschap die komt bij het verliezen van de rechte lijn vernielt hij zijn eigen perfectionistische stijl- en techniekoefeningen, eenden en meisjes raken bedolven onder grote halftransparante vellen plastiek, groen, rood, al wat niet meer, minuscule afscheurseltjes van het vieze matte zwart om schaduwen af te tekenen op de verkeerde, suggestieve plekken, bij de dieren, scheuren ontstaan en aan de integriteit van het lappige linnen kan getwijfeld worden, de spijkers echter doen hun werk goed en slaan gaten in de katoenige spanning van zijn huid. Hij schreeuwt en begint de lichte, schreidende sneden in zijn lage lichtbruingeschilderde plafond dicht te tapen, golven van vossige brandewijn verdwijnen in zijn achterste keelgat en hij stikt. En hij laat een generatie na ... een tiental jongeren in stoffige pakken dat blindelings met auto's tegen mensen oprijdt en een kist vol meloenen via fresco tot zwammen laat evolueren. Hun held, hun vaandeldrager is Romp Scholte, een man, een visioen, met een verstrekkende bodem als ondergrond. 3 - DE OUDE MUUR VAN DA VINCI In het Van Abbe museum in Eindhoven hangt, aan een muur, een kaartensysteem, waarop personen (veelal kinderen, gehandicapten) een boodschap achterlaten, een vraag stellen (dit is gewenst) en antwoord geven op die van een ander, of eenvoudigerwijs een kaart wegnemen. Ik trof hier beweringen als "I gave you the spider", "Nigger on a leash", en "Into it." met als wedervraag "PHONE #?". Zelf voegde ik Mickey Mouzen toe, en een aubade aan A., een oude muur van Da Vinci kan ook zijn een van mijn profielen (lees: fictieve persoonlijkheden) op een website van een omroep met als doelstelling een dating service te zijn voor gelijkgestemden. In beginsel mislukt dit, derhalve kwamen intellectuelen bijeen om de liefde te gronde te richten, aan de hand van de zoon van Rudy Kousbroek, een meisje met een gesloten vagina, en mij. Typ ik mijzelf in, vind ik niets meer, maar lopend over straat word ik bekogeld met tekstballonnen met samples van mijn verleden. In dit solipsistische tijdperk is het dan ook niet minder dan waarschijnlijk dat je je eigen referentiekader schept, toch doen velen dit (dus) met (al dan niet heldhaftige) knipselplakfiguren, en klimmen zij, veroorzaakt door eerder genoemde webplaats, in een steiger in de Jordaan in Amsterdam om een drietal oude mannen en een neger, bijna allemaal met maskers op en toch naakt, te begluren. Zij veroorzaakten op de muur speeksel, bloed, maskers van de in dit geval ontmaskerde hoofdman in kwestie, een later toegevoegde beschuldiging aan het adres van een bepaalde ex-geliefde, dit blijkt uiteindelijk een oase van organische vormen en aankleefsels in een veld van graffitikreten en -merknamen, waarbij de vorige ontwikkeling van het ik ook nog een rol speelt, ik wandel in mijn gedachten langs de muur in Berlijn, voor de zoveelste keer, waarop ik ook iets aanbracht, het is eigenlijk nooit echt interessant. Op school zijn het louter hakenkruizen of eroverheen getekende Mickeys Mouse, onhandige knaagdieren, zelden een gevoel, soms een ontwerp, een lichtzinnige pitch. De muur verspreidt zich door het gebouw, ik voegde de directeur toe "u reproduceert hakenkruizen". Het kon, eerder al had ik mij afgevraagd, beschuldigd als ik was van antisemitisme, na een beschouwende fotomontage van een voormalig klasgenoot op aanraden van een ander, een andere klasgenoot, "ben ik dan ... 'der meckerer' ?". Goed, ik zie het wel, de KILROY, de I en dan een hartje, soms, ... een keer heeft het een rol gespeeld in mijn leven, ik liep met mijn op dat moment onzekere partner door een afschuwelijke dierentuin en op een bankje stond "imagine falling in love", het deed me denken aan Yoko Ono, mijn gevoel kwam terug en het lukte, voor even, kort daarna vluchtte ik naar Wenen. Het zijn sentimentele momenten, waarop je, aangeschoten of erger, erger want leunend tegen een nondescript stuk metaal ergens op het toilet aan een kade waarvandaan harde muziek klinkt, kijkt ... eigenlijk luistert naar de boodschappen die er met een beetje archeologisch geluk al minstens vijftien jaar staan, je kunt relateren, maar ik haat sentimentaliteit. Een gevonden tekst, Doetinchem, 22/12/2006: dichtkunst: liesbeth bislet. titel: poesje in berlijn 1944 de speelweide nou, help mij met een inleiding. zegt poesje tegen hoog geplaatste officier Hermann Sabiene. de Herman Sabiene kijkt stilzwijgend voor zich uit mysterieus zelfs, de poes ergert zich en zucht een miauwig adempje "toch?" wat is er met mijn naam!? bbrrrr....brrwwrrrr... brrrrriieee brie met worst en kaas "mmmmmm...?" ? het poesje is verdwaasd en bijt op zijn staartje. "AUW potverdrietjes" duveltjes dansen om de snorharen heen zij trekken de kleur uit haar gezicht, zij maken van haar een naargeest
Happylustrum 9 mei, Buurtboerderij Amsterdam. SVP aanmelden voor lopend buffet en/of feest!