't IJ Hij Ligt er mooi bij ? Zwa den zoveelste
Langer blijf ik op reis. Verder van huis sta ik stil: heimwee dwarsboomt mijn wil. Heengegaan om een gril, om een bloem, om een wassende maan, om de schijn van een ander bestaan, ben ik alleen die ik ben, voortlevend om het gemis, dat er de drijfveer van is. Ed. Hoornik (1910-1970) uit: De erfgenaam (1940)
Je iets te lange benen maken weer een reuzestap ze slaan wat niet gewenst is stralend over verdriet dat in je ogen staat wordt door je neus al weggepraat en bij je mond, als door een wonder tot een grap. L. Gerritse.
het nijlpaard staat versuft te dromen ik ben het paard denkt hij ik ben het nijlpaard dat hier staat te dromen er is geen wuivend riet er zijn geen groene zomen er is geen modder hier het water wil niet stromen ik ben het paard dat denkt wat sta ik hier te bomen ik ben het nijlpaard in mijn eigen dromen ik ben te moe om er weer uit te komen Bergman (1921-2009) uit: De inhoud van het oppervlak (1975)
Hoe onbedenklijk veel hangt niet van de Echtkeus af! En hoe ligtvaardig wordt, van zwijmelliefde dronken, Al dikwijls 't hart vertuist, en in een' band geklonken, Die pijnlijk knellen blijft tot aan 't ontfermend graf! Mistrouw den eersten blik, 't bedrieglijk spel der zinnen, o Gij , die wijsheid mint en duurzaam heil verlangt! En wik, of 't voorwerp , dat ge in gloeijende armen prangt, U altijd minnen zal, gij 't altijd zult beminnen. ??n oogenblik - gij mint! nog ??n - gij zijt getrouwd! - Maar 't haastigst is gedaan, wat dikwijls 't langst berouwt. Johannes Immerzeel jr. (1776-1841)
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 3