MAANDAG ?In wat vinden we echt dat we leven? Waaraan is te zien wie we echt zijn? Aan wat we zeggen? Of aan hoe we lopen? Kijken naar mensen? Aan hoe anderen ons beschrijven?? De visboer hield er niet over op vandaag. Ik wilde alleen een lekkerbekje. Lekker gekruid. De visboer keek me lang en waterig aan. Hij pakt de vis traag in. Hij wil zeggen ?Het leven gaat nergens over? maar dat slikt hij in. Dat is te goedkoop. Hij heeft een chique zaak. De vis wordt duur betaald. ?Als ik de hei zie dan besta ik door dat ik even niet besta? zeg ik om hem te troosten. Of als ik een boom plant. Alles gaat door. In het niet bestaan ligt de kracht. Hoe meer ik niet besta hoe fijner het is. Een eeuwig principe. Iets waar jij en ik en de lekkerbek deel van uit maken.? De visboer kruid de vis gedachtenloos XXL. Ik zal er iets bij moeten drinken. De visboer is de weg kwijt. Hij heeft last van nachtmerries waarbij Kabeljouw en Tong hem achtervolgen. Met moeite snijd hij de kop van de haring. Dan springt hij naar achter in de winkel om te huilen. Het is een tijdje stil in de winkel. Ik kijk de andere klanten even aan. Wat te doen? Weggaan of blijven? Iedereen wil weg maar dan horen we een saxofoon. De visboer speelt iets van Candy Dulfer. Het is een lang stuk. Dan eindelijk is hij klaar. Hij kijkt weer waterig als vanouds. ?Dit wilde ik zeggen? lispelt hij. ?Mijn vis wordt koud visboer? zeg ik. DINSDAG Vandaag was de eerste hollandse nieuwe te krijgen bij de visboer. Met veel zin en enkele euro?s ging ik naar de visspecialist. Toen ik daar aankwam gingen de schuifdeuren open maar ze gingen ook meteen weer dicht. Ik zag vanuit mijn ooghoek dat het de visboer zelf was die ze terugduwde. Ik deed net of ik het niet zag en doorliep. De visboer liet de schuifdeur los. Ik maakte direct een beweging achteruit. De schuifdeur ging iets open en ik sprong naar binnen. ?Wat is dit nu visboer?? zeg ik ?Je hebt toch vandaag je eerste hollandse nieuwe?? De visboer maakt zijn excuses en wrijft met een kabeljouw over zijn tong. Dan gaan de schuifdeuren opnieuw open en weer duwt de visboer de deuren met geweld dicht. Een oude vrouw splet haar hoofd tussen de deuren. Visboer!! Roep ik uit. Dit kan toch niet de bedoeling zijn! De schuifdeuren blijven van schrik open en dicht gaan. De visboer veegt de vloer schoon. De oude vrouw sleept hij achter de toonbank. Ze heeft haar grijze haar keurig in een knotje, een zwarte blouse en een bruinzwart rokje. De visboer fileert haar zoals een echte vakman dat kan. De graten haalt hij eruit zodat uiteindelijk alleen het blanke vlees overblijft. Er komen klanten de winkel in en hij verkoopt de oude vrouw als Hollandse nieuwe. De klanten laten het zich smaken. WOENSDAG Gesloten DONDERDAG Vandaag was een vreemde dag. Het regende en iedereen in de winkelstraat had zin om door de plassen te stampen en natte kleren te krijgen zoals Rutger en Monique. Zin om fruit densnoods Turks te spletten onder hun versleten pumps. Zin om tegen nieuwe schoenen aan te lopen. DE schoenen. En nog terwijl de mensen dit dachten vielen er ineens honderden schoenen naar beneden. Een marshall hulp van schoenen. De mensen schuilden onder het afdak van de dierenzaak en probeerde ondertussen te kijken of er schoenen voor hen bijzaten. Alleen de visboer wachtte niet tot de schoenen uitgeregend waren. Hij stormde zijn winkel uit en rende met kleine pasjes maar zeer snel door de voetbedekkers heen. Hij deed denken aan een opwindmuis. Hoekig. Binnen de kortste keren had hij schoenen voor zes van zijn kinderen. Op het moment dat hij schoenen voor de zevende boorde vanuit de hemel een grote naaldhak zich in zijn bolle hoofd. Een rode vlek onstond rondom de elegante gevormde hak. Pas toen zag de visboer de mensen die tegen de muur stonden. ?Dag medemensen? sprak hij voor hij voorover op straat viel. Een zoute haring zat er niet in vandaag. VRIJDAG De wereld is een utopie zei de visboer vandaag. Een utopie. De paus is ook een utopie. Alleen vis is blijvend. Vissen zijn de heersers van de aarde. Wij zijn oorspronkelijk vissen. Wij eten ze nu op maar dat doen de vissen bewust. Zo komen ze bij ons binnen. Infiltreren. Niemand die het ziet behalve ik. Ze luisteren wat we aan het doen zijn. Ze checken ons systeem en nemen onze denken gestaag over. De mensen in de top zijn allemaal al vissen. Die bonnussen, goude handrukken het is vissenwerk. Je ziet ook steeds meer zogenaamde mensen met een eigen zwembad. Dat is niet voor niks. Ze willen dicht bij het water zijn. Laatst vroeg een man aan mij of ik een aquarium had. Ik heb hem indringend aangekeken en hem gezegd dat ik wel wist wie hij was en dat hij genoeg vis had gehad en braaf naar huis moest gaan. De visboer staart een tijd voor zich uit. Een standaardprocedure. De vier klanten durven zich niet te bewegen. De tijd staat stil. De visboer lijkt even niet meer aanwezig in zijn eigen lichaam. Hij is vertrokken. Misschien is aan het kuitschieten met de wilde zalm. Misschien wordt hij veroberd door een grote Orka. Wat hij allemaal meemaakt daar kunnen iedereen alleen maar naar vissen. ZATERDAG De visboer dacht aan de zee. De kracht en de zachtheid van de zee. Aan de zeerover die hij dacht te worden. Enteren van buitenlandse schepen. Schieten met kanonnen, de zeilen aan flarden schieten, het hout voeren aan de bodemvissen. Misschien had hij teveel Suske en Wiskes gelezen in zijn leven. Met ?de Kleppende Klipper? als grote favoriet. De visboer krabte is aan zijn puistige billen. Daar stonden ze weer. Zijn klanten. Hem aan te staren alsof hij een visboer is en niet meer dan dat. Onwetend als ze zijn over zijn capaciteiten als zeerover. Hij dacht erover ze over de kling te jagen. Ze te vierdelen en te kielhalen. Hij deed zijn mond open om woesthard ?Aanvallen? te roepen. Om de klanten te enteren. Open te scheuren. In mootjes te hakken. Maar hij hoord dat hij hetzelfde zegt als altijd. ?Raar weer vandaag he? Ja echt raar weer. Ik heb het in tijden niet zo raar gezien.? De visboer houd even zijn mond en probeerd opnieuw Aanvallen te schreeuwen. ?Ja t is echt raar weer. Alle weertypes op een dag. Dat is toch echt raar. Je kunt je er niet op kleden ook he? Aanv.. aanva..aanvankelijk trek je korte mouwen aan maar uiteindelijk eindig je toch met lange mouwen. Ja t is raar weer. Je kunt je er niet op kleden.? MAANDAG De vlaggen van de viswinkel wapperen stevig. De visboer ziet ze strak trekken en denkt aan zijn vrouw Wilma de Visboer. Een contradixie in terminus. Dit is een uitspraak die hij met moeite gedacht krijgt. Maar het is mooi. De visboer mag graag moeilijke woorden of moeilijke zinsconstructies in zichzelf zeggen. Tegen zijn klanten durft hij dit niet te zeggen al zou hij graag willen. Ook zou hij graag zijn vrouw laten straktrekken maar ook dit zegt hij niet. Een contradixie in terminus. Misschien waren dit wel de mooiste woordconstructies van deze maand. Misschien was het zijn hele leven, een contradixie in terminus. De visboer wrijft is over zijn kin. Een kin kon je het nauwelijks noemen. Hij leunt tegen de toonbank en merkt ineens dat hij een ietwat stijve paling krijgt. Er zit enig leven in. Hij zakt iets door de knieen om met zijn kruis tegen de harde ijzeren rand van de toonbank aan te rijden. Dit is lang geleden. Hij geeft een stevige duw tegen de rand zodat zijn voorhuid naar achteren gedrukt wordt. Een scheut vliegt door zijn dikke middel. De visboer klapt van genot met mijn bovenlichaam voorover in de vitrine. Het puistige hoofd tussen de gladde makreel en gerookte zalm doet de sexueele opleving van de visboer goed. Terwijl de ijzeren rand zijn grote jongen tot erectie drijft likt de visboer de makreel schoon. Ja! Ja! Schreeuwt hij tegen niemand in het bijzonder. Er is niemand die hem weerwoord wil of kan geven. Hij is een contradixie in terminus. De visboer grijpt een zoete watermossel en drukt die in zijn broek. Met een zoute haring wrijft hij over zijn dikke tepels. De vlaggen wapperen nog wat harder. De zon komt af en toe door de wolken heen schijnen. Het schijnt door de ramen van de viswinkel. Het zonlicht glitterd op het glas van de vitrine. De visboer spuit de zoete watermossel helemaal vol. Hijgend ligt hij tussen de kabeljouw, heilbot, tong en spiering. Ik houd van vis dat wist de visboer maar dat hij zoveel van ze hield was iets nieuws voor hem. Hij had weer wat geleerd deze week. De zon scheen af en toe door de wolken heen. Annie van de naburige bloemwinkel liep op dat moment de viswinkel binnen en zag de visboer voorover in de vitrine liggen. Ze bedacht zich geen minuut. Ze liep achter de toonbank en pakte de visboer om mijn middel om hem te redden. Een tia, een hartaanval of misschien had hij iets verkeerd gegeten. An is gek met de visboer. Ze vind de visboer aantrekkelijk, mysterieus, doordacht en bovendien christelijk. Precies een man voor haar. Maar getrouwd. An houd erg van puisterige mannen. Wellicht voelde zij zich daarnaast begerenswaardig aangezien ze zelf nu niet bepaald een lekker ding is. Haar vetrollen zijn golven in de zee. Bij stormvloed. Vele onophoudelijk aandringende golven. In de viswinkel klinkt het nummer keep keep breathing van de pussycats. Die vrouwen met de lange benen, gladde buik en harde borsten. Met die punten waarmee kleding aan stukken gesneden kan worden. IJsbergen waaraan de Titanic ten onder ging. Haar tepels sloegen altijd dubbel als er iemand aan zat. Meestal was dat Harm uit de kroeg. Dronken Harm die zich nooit wast. Maar toch er zat iemand aan en daardoor voelde ze zich even een pussycat. An had een dildo in de kast liggen maar ze werd er niet opgewonden van. Ze dacht steeds aan haar op afstand bestuurbare zeilbootje als ze het gezoem hoorde. En van de zeilboot werd An niet nat. An pakt de visboer van achter om hem uit de vitrine te redden. Ze pakt hem om zijn middel en voelt allemaal nattigheid. De visboer komt langzaam overeind. An wordt met haar armen om de middel van de visboer naar achter gedrukt tegen de witte tegelwand. Ze voelt nattigheid en ze heeft een zoete zee-mossel of een Hollands nieuwe in haar handen. De visboer pakt haar hand en begint die wild over de Hollandse nieuwe te bewegen. An ziet niets maar ze is blij dat de visboer weer tot leven is gekomen. Sterker ze heeft de visboer nog nooit zo actief gezien. Ze wordt er vochtig van tussen de vetrollen. De visboer schreeuwt nu als een bronstig hert en spuit de hele vitrine vol. An drukt enkele garnalen bij zichzelf naar binnen. DINSDAG Het was een rustige op de vroege ochtend in de winkelstraat. De Visboer had zijn vlaggen zojuist opgehangen. De twee lesbische zussen van de boekwinkel hadden geen vlaggen. Daarvoor waren ze te klein en daarnaast vonden ze de vlaggenstok een fallus symbool. Natuurlijk hadden ze ook verlangens naar een eigen lesbisch logo wapperend in de wind maar ook lesbische mensen moeten hun principes hebben. In de jonge berkenboom voor de boekwinkel waren 2 duiven aan het neuken. De twee lesbische zussen keken er met afgrijzen naar. ?Haal even de huishoudtrap van achter Juliana?. Beatrix had het op haar brede lesbische heupen. Ze moest voorkomen dat de vrouwelijke duif werd geintimideerd en vernederd. Daarnaast keurde zij de heterofiele daad volledig af. Hoger dan verwacht zaten de twee duifjes te krikken. Beatrix zou zelf het laatste stuk in de boom moeten klimmen. Het was er een mooie dag. Beatrix sloot de boom om haar lesbische heupen en steeg omhoog. Op dat ogenblik liep harmonieorkest "Vreugde louter vreugde" in driekwartmaat door het winkelcentrum. Spelend Glory Glory Halleluja. De instrumenten van de blazerssectie blonken in de zon. Wilma de Visboer sloeg de grote trom en de zonen van de Visboer dansten in strak gesteven jurkjes als majorettes voorop. Boven in de berk koerden de duifjes vrolijk mee in driekwartsmaat. Beatrix was bijna bij de duiven gekomen maar het zou niet lang duren of ze kwam zelf ook vanwege de ribbelige boomstructuur van de jonge berk tussen haar lesbische heupen. Terwijl het orkest het hoogste halleluja blies onder de berk kwam Beatrix met de duiven in een drielandenpunt van genot. Al met al waren het activiteiten die de nog jonge berk vrij rauw op het dak kwam. De berk kraakte luid. Het harmonieorkest hield van schrik stil. Stilte. Maar die momenten duren nooit lang. Beatrix was de eerste die de magie doorbrak. ?Ik kom Juliana. Ik kom? toen hield ook de jonge berk het niet meer. De boom brak en kwam met Beatrix op het orkest neergedaald. De duiven vlogen op. Vaak een teken van vrede. In dit geval sloeg dat niet echt ergens op. De berk en Beatrix verpletterden het grootste deel van de blazers en het slagwerk. Ook klarinet, dwarsfluit, hobo en fagot ontkwamen niet aan het frisse groen. De berk was jong maar een stevige knaap en dat bleek toch heel wat rotzooi te kunnen geven. De Visboer zag het allemaal gebeuren vanachter zijn vitrine. Toen hij de harmonie, zijn gade en zijn bloedverwanten zo uit elkaar verstrooit in het winkelcentrum zag liggen wist hij direct wat hij moest doen. De Visboer hakte enkele haringen in mootjes en zette een vrolijk vlaggetje in een ieder. Dit alles legde hij op een mooie gepoetste schaal. Ramptoeristen zijn ook toeristen. Toeristen zijn ook mensen en mensen moeten eten. Daarnaast hield de Visboer totaal niet van harmonieorkesten en lesbische zussen. Ook zijn gezin riep de laatste jaren geen warme gevoelens op. Al met al een prima dag tot nu. Hans de gehandicapte Het is feest in de straat. De ondernemers bestaan 1 jaar. Hans de gehandicapte is er ook. De visboer vind hem maar niks. In exodus staat heel duidelijk dat dit geen mensen zijn. Zijn ballen zouden tussen bakstenen fijn geperst moeten worden. Dat is geen discriminatie. Het is de orde der dingen. Het kwam allemaal door de zondeval. Daardoor creeerde de mens de vloek. Ziekte, verdriet en dood en dan ook nog van die vieze stinkende gehandicapten. Je zult ze de kost maar moeten geven. Je zult ze maar moeten wassen denkt de visboer. Van die lieve jonge meisjeshanden die elke dag die zinloze onmensen de pik schoonmaken. Van die lieve meisjes die nog geleerd hebben om het voorhuidje weg te halen en alles heel proper schoon te maken. en hij de visboer stond dag in dag uit te werken in zijn winkel. En wat hield hij over? Een krant en pantoffels. Hans zoemde met zijn electrische rolstoel naar binnen. Zijn hoofd stond schuin op zijn lichaam. Eigenlijk had hij een enorm hoofd vergeleken bij zijn lichaam. Een rondzoemend hoofd. En een beetje lachen was er nooit bij. Altijd dat hoofd in dezelfde stand. Naar beneden kijkend. Wat kan ik voor je doen Hans? Zegt de visboer. Je in de gracht duwen met een ton gewichten aan je rolstoel? We hebben hier geen gracht de Visboer. Ik wil een haring ?O, we willen een haring. Hans wil een haring. En waarom willen wij een haring. Gaan we kamperen Hans? Of wil ja je rolstoel vastzetten bij die harde winden die je uit dat rottende stinkhol van je maakt? De visboer was weinig grappig. Hij wist zelf ook niet geheel wat hem bezielde. Maar Hans riep een onstuitbare woede in hem op. Ik wil een haring met uitjes zegt Hans. Tenminste zeer waarschijnlijk. Erg duidelijk praatte Hans niet. Dit zou ook te maken kunnen hebben met het ijzerwerk in zijn mond genaamd: beugel. Een gruwelijk woord beugel en een gruwelijk apparaat. Dit zal waarschijnlijk met elkaar in verband staan. Op zichzelfstaande lelijke woorden zijn er nauwelijks. Bij het woord beugel kreeg de visboer het gevoel alles en iedereen om hem heen te willen vernietigen. Een redelijk prettig gevoel als hij dit ongemerkt zou kunnen uitvoeren. Maar in deze wereld kon niets meer ongezien gebeuren. Het grote hoofd van Hans zag er zo onder de rand van de vitrine nog groter uit. De visboer zag hem met die gluipoogjes door het glas heen kijken zo tussen de makreel en de gerookte zalm door. Hans, hans, hans. Uitjes bij de haring. Man, man, man wat een gekkigheid. Zou je dat nu wel doen? Het kan niet gekker. Wat is de volgende stap Hans? Gehandicapten worden teveel gepamperd dacht de Visboer. Het natuurlijke gegeven dat mensen met afwijkingen bespot moeten worden wordt onnatuurlijk ontkend. 'Haring met ui. Hans, hans toch. Je bent me godverdomme toch een gekkerd. Ik zou je zo de hersens inslaan als je die had. Echt waar. Als jij nou is lekkere chicks oppikte met die geile racemobiel van je. Maar dat doe je niet he?' Hans de gehandicapte
nou goed dat je troost zoekt, waar dan ook behalve dan die spirits, moedig van je. sos van abba. ik heb net ff de lyriek bekeken. om precies te weten waarover we het hier hebben. diepe tekst. gaten kunnen idd lastig aanvoelen weet ik uit ervaring.
en ja het gaat een beetje en ik heb wel al de datum gepland staan van wanneer ik op vakantie wil, maar nog niet ingevuld. en ik wil graag wel naar zuidfrankrijk weer ja.
Was wel van plan om te gaan maar er kwam iets tussen. Fijn dat het spoort aan het spoor en dat je niet ontspoort bent.
Jammer, het lukt me echt niet om 9 mei te gaan.... Maar we kunnen anders een andere x feestje bouwen. Zullen we anders zelf borrel organiseren in Amstelpark, wordt de borrel voor Happy Loosers... En nee, ik heb geen digitale douche, maar wel een digitaal b
Ja, weer helemaal digitaal, ben ook digitaal aan het zingen en douchen, voor jouw digitale film. Ik zou graag naar die Borrel gaan, maar weet nog niet of ik kan, want die dag erna is er een groot feest, want mijn mamma wordt 65
Happylustrum 9 mei, Buurtboerderij Amsterdam. SVP aanmelden voor lopend buffet en/of feest!
De ene dag een ster, de andere dag een... Raad maar wat voor'n horoscoop ik heb. Een echte Wijs-Geer Goor zal nooit playbacken