Het bereiden van gebraden kabouter begint natuurlijk met de aanschaf van een geschikte kabouter. Ik wil hier een paar opmerkingen over maken: op de eerste plaats, w??r haal je de beste kabouters? Het antwoord is kort maar krachtig: bij de poelier. Steeds vaker komt men tegenwoordig in de diepvrieskisten van grote supermarktketens ingevroren kabouters tegen. Op zich heb ik niks tegen ingevroren, maar een verse kabouter verdient uiteraard de voorkeur, alleen al vanwege de smaak. Soms kan men op de markt een prima exemplaar bemachtigen, uiteraard liggen de prijzen daar wat lager dan bij de poelier. Ten tweede: zoals we allemaal weten zijn er verschillende soorten kabouters: de welbekende tuinkabouter met het rode mutsje, en de duinkabouter met het blauwe mutsje. Daarnaast is er nog de boskabouter (z?nder mutsje) maar die is niet geschikt voor consumptie. Het verschil tussen tuin- en duinkabouter is een kwestie van smaak. De tuinkabouter is in de regel vetter, terwijl de smaak van de duinkabouter pittiger is. Ik geef zelf de voorkeur aan de duinkabouter. Die is ook wat duurder, maar dat verschil heb ik er graag voor over. Over de bereiding van kabouters doen veel onzinverhalen de ronde. Het is beslist niet moeilijk om het mormel zelf schoon te maken. Wie voor kwaliteit gaat, koopt dus een verse kabouter. Let er wel op dat het mutsje bijgeleverd wordt, zodat U weet welk soort U in de pan hebt. Zorg bij het schoonmaken voor een schone werkomgeving. Verwijder eerst de beharing. Vooral bij de mannelijke exemplaren kan die nogal uitgebreid zijn. Maar met een bunsenbrander schroeit U de haardos er in een wip vanaf (hou wel een brandblusser in de buurt). Ook het binnenwerk hoeft geen probleem te zijn. Met de bekende verticaalsnede opent U de kabouter en de ingewanden kletteren over tafel. Over de vulling kan ik kort zijn: Een kabouter hoort gevuld te zijn met spruitjes. Blancheer de spruitjes vooraf eventjes. Meng ze met wat gesnipperde uitjes (niet te veel, anders gasvorming!) en vul de kabouter ermee. Naai de kabouter dicht met een paar losse steekjes. Smeer hem vervolgens in met een mengsel van 3 delen pindaolie, ??n deel citroensap en ??n deel zoete ketjap. Verwarm de over voor op 180 graden en laat de kabouter binnen ongeveer 30 tot 35 minuten gaar worden. Serveer het gerecht met aardappelpuree en appelmoes. Eet smakelijk!
Het was in het voorjaar van 1985. Ik woonde in een flat aan de Bachlaan in Tilburg-Noord, n?t over het kanaal. We hadden net een vreselijk strenge winter achter de rug. Een winter waarin ik ooit thuisgekomen was, 's avonds laat, na een avondje repeteren met ons bandje, en constateerde dat het kratje Grolsch beugeltjes, dat op het balkon stond, helemaal naar de haaien was. De flesjes waren allemaal kapot gesprongen, het schuim had witte, keihard bevroren koppen gevormd op de kapotte flessen. 24 Graden onder nul was het geweest die nacht. Maar uiteindelijk was het dan toch lente geworden. De vorst was uit de grond, de natuur bloeide weer op en de ganzen aan het kanaal kwetterden er weer luid op los. Ik had die dag vrij, en had me voorgenomen om eens lekker met een boek op het balkon te gaan zitten. De zon scheen al behoorlijk fel voor deze tijd van het jaar, ik zette een stoeltje neer, pakte een mok koffie en een asbak en nestelde me in de zonneschijn. Flippie, mijn Afghaanse windhond, besloot mijn voorbeeld te volgen, weliswaar zonder boek, koffie en asbak. Kareltje, de rode kater, hield zich schuil binnen, maar dat was ik gewend van hem. Ik zat n?t toen de bel ging. Even overwoog ik om te doen alsof ik niet thuis was, maar dat idee verwierp ik vrijwel meteen. 'Je weet maar nooit wie je komt verrassen met een bezoek', dacht ik. Ik legde mijn boek op de stoel neer en liep naar de voordeur. Twee dames, vriendelijk glimlachend, de een ongeveer 45 jaar ( dus zo ongeveer van mijn leeftijd n?), de ander rond de 30. "Goedemiddag meneer, storen wij?", nam de oudste het woord. Pas toen zag ik dat ze een zwarte aktentas in haar hand hield, en ik begon een vermoeden te krijgen van de aard van mijn visite. "Nee hoor," zei ik snel, want het was lente, mooi weer, mijn humeur was geweldig en ik gunde de dames precies hetzelfde. "Wij zijn hierheen gekomen", vervolgde mevrouw De Oudste, "om U de blijde boodschap te verkondigen over Jezus de verlosser". Voordat ze verder kon praten deed ik een stap achteruit. "Ik zit net aan de koffie, komt U binnen", zei ik, en deed de deur verder open. De dames keken elkaar even verbaasd aan, deze gastvrijheid waren ze duidelijk niet gewend. Ik sloot de voordeur achter hun, opende de deur naar de huiskamer en liep hun v??r. Flippie, de Afghaanse windhond, steeds erg gecharmeerd om met nieuwe mensen kennis te maken, blafte een keer vervaarlijk. De dames schrokken. "Flip! Kop dicht!", snauwde ik hem toe. De hond droop af, met de staart tussen de benen en kroop verontwaardigd achter de rieten stoel die bij de balkondeur stond. Kareltje, de rode kater, grijnsde vanaf de vensterbank. De dames namen plaats op de bank, angstvallig de hond in de gaten houdend. Ik zette hun een kop koffie en een pak spritsen voor (die had mijn moeder meegenomen en het leek me een uitgelezen kans om er vanaf te komen omdat ik geen spritsen lust). Maar al gauw was het ijs gebroken, de dames vertelden hun boodschap, over God die ons liefheeft, Jezus die kwam om ons te verlossen, een en ander ge?llustreerd met een aantal boekjes die mevrouw De Oudste uit haar aktentas tevoorschijn haalde. Flippie, de Afghaanse windhond, kwam nieuwsgierig dichterbij toen ze de boekjes op tafel legde, snuffelde er een keer aan, en richtte zijn interesse vervolgens op de panty van mevrouw De Jongste. Nadat ik Flippie, de Afghaanse windhond, corrigerend richting balkon had gedirigeerd (Martin Gaus en zijn methoden waren destijds nog vrijwel onbekend) vervolgden de dames hun verhaal. Als kind had ik van mijn tante Laura, als kadootje toen ik in 1972 in het ziekenhuis lag, een boek gekregen met bijbelverhalen. Ik vond het prachtige verhalen, van Saul, David, Abraham en Sara, ik heb het boek st?kgelezen. Dus al die verhalen kwamen tussen de koffie en de spritsen door naar boven, en ten langen leste kwamen we bij het verhaal van de Ark van Noach. Mevrouw De Jongste vertelde met toenemend enthousiasme over de brave Noach, die zijn ark bouwde, de dieren verzamelde, zijn zonen en schoondochters, niet te vergeten zijn vrouw, en toen begon het te regenen, 40 dagen lang, toen pas hield het op. En toen... liet Noach een duif wegvliegen, en toen deze terugkwam met een olijftak in zijn snavel wist Noach, dat de zondvloed voorbij was... Het enthousiasme waarmee mevrouw De Jongste haar verhaal vertelde werkte aanstekelijk. Flippie, de Afghaanse windhond, normaliter het prototype van een viervoeter met flink wat ADHD, keek haar strak aan, hield zijn kop een beetje schuin, maar bewoog verder nauwelijks. Toen mevrouw De Jongste uiteindelijk haar verhaal verteld had, viel er een stilte. Ik was sprakeloos van de passie waarmee ze over de zondvloed verteld had, mevrouw De Oudste keek haar medestandster bewonderend aan, pakte vervolgens een spritsje, maar vergat het op te eten. Flippie, de Afghaanse windhond, begon zachtjes te piepen, maar dat negeerde ik. "Wat een prachtig verhaal", fluisterde mevrouw De Oudste, met een vleug emotie in haar stem. Ik moet toegeven dat het inderdaad een prachtig verhaal was, en even, h??l even, ging er iets door de huiskamer, een zweem van warmte, de emotie van het verhaal die ons allemaal even r??kte, zelfs de hond bleek er niet ongevoelig voor. Ik pakte mijn pakje Drum, realiseerde me dat ik al die tijd nog niet gerookt had, en begon langzaam een peuk te draaien. Ik merkte, voelde, nee ik w?st dat de twee dames naar me keken, hoopvol wachtend op een reactie. Op het moment dat ik met een snelle, geroutineerde beweging met mijn tong langs het vloeitje ging, merkte ik op dat ze elkaar even h??l snel aankeken. Ik rolde het vloeitje dicht, pakte mijn aansteker van de tafel en opeens... verstijfde ik... Ik keek de dames beurtelings aan, vriendelijk en uitnodigend keken ze naar m?j, mevrouw De Jongste schoof plichtmatig haar halflange rok omlaag, over de benen met panty, m??ie benen, zo weet ik me zelfs nu nog te herinneren.... Even viel er een stilte, er hing iets in de lucht, net als na een warme zomerdag, als donkere wolken zich aan de horizon verzamelen, wachtend op een geheim signaal om hun lading onheil over de mensheid uit te storten. Of zag ik het nu even t? negatief? "Weet U," zei ik opeens... " ik m?s iets", zei ik opeens, klikte mijn aansteker aan en zoog het vlammetje in mijn sigaret. De dames zeiden niks, keken me vragend aan. Ik nam een flinke haal van mijn peuk, legde deze vervolgens op de asbak, en schonk ongevraagd nog een rondje koffie in. Bij de dames nam de spanning toe, het kwam zelfs niet bij ze op om te protesteren toen ik ze ieder een paar scheppen suiker in de koffie gaf (ik deed dat niet expres, macht der gewoonte leek het). "De vissen!", doorbrak ik tenslotte de spanning. Even gebeurde er niks, maar tot mijn grote verbazing begon mevrouw De Jongste opeens te giechelen, mevrouw De Oudste glimlachte nu ook. Flippie, de Afghaanse windhond, nam een spurt richting mevrouw De Jongste. Deze begon te proesten van het lachen, ik greep de hond bij zijn nekvel v??rdat hij zich weer op haar en haar panty had kunnen storten. Verontwaardigd slofte Flippie weer richting balkon... Toen mevrouw De Jongste eenmaal bedaard was keek ze me geamuseerd aan alsof ik een grapje had verteld. Mevrouw De Oudste nam een slok koffie, over de rand van het kopje ging haar blik tussen ons heen en weer. "Als alles overstroomd wordt al het water zout, dus moeten die zoetwatervissen in een aquarium mee", zei ik tenslotte. Op dat moment zag ik Kareltje, de rode kater, breed grijnzen op de vensterbank. Mevrouw De Jongste verstarde, mevrouw De Oudste verslikte zich in haar koffie... Ik heb nadien nooit meer Jehova's Getuigen op bezoek gehad. Jammer eigenlijk, want een goed gesprek ga ik nooit uit de weg. Een half jaar later heb ik mevrouw De Jongste wel nog gezien in de stad. Ze liep bij V&D, keek me h??l even aan alsof ze zich afvroeg waar ze me van kende. Een korte schittering in haar ogen deed me twijfelen of ze ?cht nog wist van haar bezoek aan mij. Maar al snel liep ze verder. Ik keek haar nog even na, liep pas verder toen ze stilstond bij de panty's...
Het was koud, ?rg koud. Er leek maar geen einde te komen aan de winter dit jaar. Zaterdagavond, 21.10 uur, station Utrecht Centraal. Ik reis graag met de trein. Comfortabel, er is altijd wel iets te zien binnen ?f buiten de trein, grappige of interessante mensen, interessante of spannende voorvallen, maar ook eyeopeners... Het tochtte op perron 12, waar ik op de trein naar 's-Hertogenbosch wachtte. Ik trok de zwarte sjaal die mijn moeder voor me gebreid had (dank je mam kus ) wat strakker om mijn hals maar de venijnige oostenwind sn??d, ik stopte mijn handen diep in de zakken van mijn jas en ijsbeerde wat over het perron. Bij perron 11 stond een trein te wachten. Een dubbeldekker, het type dat de kenners "doedelzak" noemen, vanwege het naargeestig jankende geluid dat de trein produceert. De trein was erg leeg, niet verwonderlijk, vandaag was de grote finale van Idols, en als ervaren treinreiziger wist ik dat het op een dergelijke avond rustig was in het openbaar vervoer. Hele volksstammen hadden zich met cola en borrelnootjes in de warmte van het huisgezin genesteld en wachtten gespannen op de zenuwtergende uitslag, pontificaal voorgelezen door die knul van Krabb? en een of ander grietje die ik niet van naam ken. ??n man zag ik welgeteld in de dubbeldekker zitten, een jaar of 30, hij las de Telegraaf en beschut door zijn krant (dacht hij) at hij uit zijn neus. Ik keek op de stationsklok. 21.12 uur. Over 23 minuten zou mijn trein pas vertrekken. Ik besloot de trap naar de stationshal b?ven te nemen. Het was er tenminste warmer. Ik liep een rondje door de hal. De meeste winkeltjes waren nog open. Een stuk verderop liepen twee junks ruzie te maken, de aandacht trekkend van het NS-personeel. Ik liep richting buurtstation, perron 1, 2 en 3, waar de treinen naar Almere, Naarden en Baarn vertrokken. J?ren geleden, toen ik in Baarn werkte, liep ik hier iedere dag. Achteraan aan de hal, linksaf bij de Pizza Hut de trap af. Nee, ik bleef toch nog maar even boven in de hal. Ik liep terug langs de Etos toen ik opeens een groot groen bord zag. "Pain", stond er op. En opeens speelde een glimlach langs mijn lippen want ik moest aan Fiebie denken. Fiebie (haar ?chte, offici?le naam zal ik hier discreet n?et vermelden) ontmoette ik een paar jaar geleden. Ik heb in mijn jonge leven al veel mensen ontmoet die het predikaat 'lief' verdienden, maar Fiebie was echt een topper! Op onze eerste date (het was in de heerlijk hete zomer van 2003) gingen we naar het Sweelinckpark, aten maanzaadbroodjes met aardbeien, reden door naar de Loonse Duinen om naar de spechten te luisteren. Het was warm, we vlijden ons neer op een grasveldje langs een wandelpad, Fiebie zonde topless (ze mocht er w?zen!) en trok zich niks aan van de nieuwsgierige blikken van voorbijgaande ruiters en vogelkijkers met verrekijkers. Ik had kaartjes voor Festival Mundial weten te bemachtigen, tw?? stuks, en belde Fiebie of ze mee wilde gaan. Bl?f trad op, dus ze was dolenthousiast. 's Middags gingen we naar het Leypark, struinden langs de vele kraampjes, genoten van de muziek, dronken wat en gingen helemaal uit ons dak met Bl?f. Na het optreden ging ze mee naar mij thuis. We namen nog een drankje, kletsten wat en kwamen uiteindelijk in (mijn) bed terecht. Nou ja, wat we daar gingen doen hoef ik natuurlijk niet in detail te vertellen, maar tot mijn grote verrassing gaf ze op een gegeven moment aan dat ze het wel fijn zou vinden om vastgebonden en geblinddoekt te worden. Niet van mijn stuk te brengen dacht ik even na, herinnerde me toen dat ik nog ergens een paar flinke stukken gordijntouw had liggen, en een zwarte lap zijde. Bij de brandweer had ik de platte knoop, de mastworp en de paalsteek geleerd dus binnen no time hing Fiebie strak in de touwen, kon niks meer zien terwijl ik ze met een plumeau het leven zuur maakte. Ze genoot, ik ook... De volgende ochtend, bij het ontbijt, vertelde ze me in geuren en kleuren over haar SM-avonturen. Deze ochtend was net als de dag tevoren, leuk, spannend en verrassend. Het werd al bijna donker toen ze die avond in haar rode Daihatsu stapte, op weg naar huis. De laatste keer dat ik Fiebie zag was in de stad, een maand of drie geleden. Ze liep door de Heuvelstraat, naast een man. Ze herkende me van afstand, knipoogde en daar was die ondeugende glimlach weer. Ik knipoogde terug, glimlachte van oor tot oor, sprak haar niet aan en dat was goed zo. Aan haar subtiele zwarte halsbandje, half zichtbaar onder een zwart zijden sjaaltje, kon ik zien dat ze haar meester gevonden had. Wat zag ze er gelukkig uit :-) 'Mijn trein', dacht ik opeens, schrok op uit mijn gedachten. Ik keek even rond, opgelucht, nog tien minuten voordat mijn trein zou vertrekken. T?ch nog even richting groene bord lopen. "Pain"... Ik kon me vaag herinneren dat Christine le Duc ergens een winkel op een station geopend had (net zoals je op station Naarden-Bussum een muziekschool m?dden op het perron vindt, maar dit even terzijde). Dus waarom geen SM-winkel met de toepasselijke naam 'Pain' op het station van een moderne stad als Utrecht. Was ik toch even benieuwd naar de etalage... Ik liep om een kiosk heen, en verwachtte een winkel te zien die uitgedost was met veel leer, kettingen en aanverwante attributen. Maar niks hoor, ik stond voor een broodjeszaak. Het duurde even voordat het kwartje viel. Pain... engels voor pijn.... nee, goddomme... pain is frans voor brood. In de tijd dat je geen kaartjes maar Tickets koopt, en je verdorie over?l over de engelse woorden struikelt, moet zo'n broodjeszaak nota bene in het fr?ns aangekondigd worden... Ik dacht terug aan de Bijbel en de toren van Babel en terwijl ik teleurgesteld naar perron 12 sjokte, wist ik het: d?t is de ultieme taalverwarring.
Over smaak valt niet te twisten, maar het design van het behang in de hal leek erop te wijzen dat de ontwerper aan een chronische psychose leed. "Maar Heer, wat een vreselijk behang", flapte ik er uit. Hij draaide zich om, keek me even recht in de ogen. Toen dwaalde Zijn blik door de hal. "Nounou, praatjes? Ik zal volgende week de behangtafel lenen, kun je er iets beters tegenaan plakken". Zonder me verder nog een blik waardig te keuren draaide Hij zich om, en slofte verder. "Hang je jas maar aan de kapstok", mompelde Hij nog in zijn baard. Gehoorzaam hing ik mijn jas aan een knaapje en volgde Hem door een deur. Kijk, dit was het interieur wat ik verwacht had. Zwaar, donker parket, zwaar donker meubilair, alleen een crucifix aan de muur viel nergens te bekennen. Een oude, tandloze herdershond kwam moeizaam naar me toe en drukte zijn kwijlende snuit in mijn kruis. "Judas, m?nd!", riep hij. Ik keek Hem vragend aan. Hij keek de oude hond strak aan tot deze met veel gekreun in zijn mand geploft was. "Zijn verdiende loon", fluisterde hij met een guitige knipoog. "Ga zitten jongen," zei Hij opeens, zijn stem leek nu een stuk vrolijker. Ik nam plaats op een harde stoel aan de massieve eettafel. Op de tafel stond alleen een Apostel Ros? kruik met daarin een druipkaars. "Ja, steek 'm maar aan", hoorde ik Hem vanuit de keuken roepen. Ik haalde mijn aansteker uit mijn broekzak en ontstak de kaars. De geur die zich verspreidde herinnerde me aan Kerstmis. Even later kwam Hij weer de kamer binnenlopen. "Cappuccino met v??l suiker", zei Hij en zette een flinke mok voor me neer. Een flinke toef opgeklopt schuim met chocoladeschaafsel gaf de lekkernij een welhaast Goddelijke uitstraling. Voorzichtig nam ik een slokje... het smaakte geweldig! "Heer, hoe wist U dat dit mijn lievelingsdrank is en, bovenal, van wie heeft U geleerd om zo'n heerlijke cappuccino te maken?" Met een frons keek Hij me aan, stond toen op en liep naar het dressoir. Hij nam een glazen asbak, en zette deze voor mij neer. "Kijk, dat is mijn vak he? Ik w??t alles, en ik k?n alles". Triomfantelijk ging Hij tegenover me aan de tafel zitten en stak een sigaar op. "Maar, tussen ons gezegd en gezwegen, Maria Magdalena maakt de lekkerste cappuccino sinds 2000 jaar, daar kan ?k nog wat van leren". Hij blies kringetjes sigarenrook naar de lamp. "Vertel je niet verder he?" En alweer die ondeugende knipoog. De oude, tandloze hond stond opeens op, rekte zich krakend uit en slofte naar de achterdeur. Hij stond op en liep naar de achterdeur. "Kijk, zo gaat dat altijd, zit ik net, moet meneer weer naar buiten". De achterdeur ging open met een schurend geluid. Judas verdween naar buiten. "En n?et in mijn kruidentuintje!" riep Hij hem na. Hoofdschuddend liep Hij terug naar de tafel en ging zitten.
Pageviews : ?
Geblokkeerd door : 0
Favoriet bij : 0