IK ZOU JE ZIEL ... Ik zou je ziel wel in mijn handen willen warmen: Een vogel, stil verkleumd, gedoken in het zacht Der teergetinte, opgezette veren, Voor 't dicht aanhoudend sneeuwen in de nacht. Ik zou je heel de lange nacht gevangen houden Binnen tot schelp gevouwen handen, zacht doorgloeid, En speuren naar het kloppen van je leven Dat krachtig in dit koesteren ontbloeit. Bij 't vroege, vage schemeren van de jonge morgen Je heffen tot mijn ziel: mijn adem die je wekt! Totdat je op het vlak der vrouwenhanden Die openvallen, slank je vleugels strekt, En opwiekt met een kreet tot 't licht dat aan de kimmen Nog worstelt met de nacht, maar je al purper groet, Waarin je zingend stijgt: bevrijde vogel, Doortrilt, vernieuwd, de hemel tegemoet! DODE Wat heeft het leven fel gewoed In ziel en zenuwen en bloed! Maar al wat opstond, sterk en wild, Ligt roerloos in de dood verstild. Bedekt is 't branden van de ogen, Verstrakt de trotse, bittere lijn Die neerliep langs de volle lippen, Gegroefd door nooit beleden pijn. De brede, vaste vrouwenhanden, Zo menigmaal gebald tot vuist, Zijn binnen witbespannen wanden Tot wezensvreemd gebaar gekruist. De haren, donkere, woeste branding, Vlokken om het verstild gezicht Waarop de hartstocht van het leven Zijn vreemde runen heeft gegrift. De borst die kinderen wilde zogen, De schoot die vruchten heeft begeerd, Welven zich groots en onbewogen, Worden genadeloos verteerd. Bespot, besproken door een ieder, Bemind, begrepen door geen mens, Ondanks het diep verborgen hunkeren, Ondanks de radeloze wens. Een vogel, vroeg voorgoed gevangen, Aan woede en wilde angst ten prooi, Rukkend met korte, felle beten Aan de gesloten, ijzeren kooi. Naar elk die dichter wilde naderen Schoot hij met een ontzinde ruk, Een houw van de gekromde snavel Reet de gereikte handen stuk,- Tot een in eindeloos erbarmen, Met vaste hand het slot ontsloot; De vogel vloog recht in Zijn armen, en mensen zeggen: "zij is dood".
Maar gisteravond vond ik het drie keer niks, het weer. Ik moest ook nog een aardig stukje terug fietsen om dat ik ontdekte dat mijn mooie rode alpino van mijn hoofd gevallen was, ergens (en dat was daar waar ik vertrokken was).
Och, ik lees helemaal niet goed, je werd niet vrolijk van het weer. Nee, dit is geen vrolijk makend weer.
heb je een lekke paraplu dan? maar ik dacht meer een kindvriendelijke wijze om je agressie kwijt te raken.