Na enig zoeken vind ik het bonnetje. Mijn verontwaardiging heeft het dus toch gewonnen van mijn gemakzucht. Mijn so called dect telefoon van het topmerk Profoon, heeft het binnen een half jaar begeven. Belangrijke gesprekken werden de laatste weken bruusk onderbroken. 'Low battery' zeurde het schermpje. Terwijl het kloteding doorgaans gewoon op de lader stond. Want ik word zelden gebeld. En terecht. Het kost uiteraard veel moeite om het apparaat te bevrijden. Voeding, snoertje naar modem, het mag een wonder heten dat de boel hier nog niet is afgefikt. Al die snoeren, kabels, stekkerdozen, dat kan toch niet goed zijn? Gelukkig heb ik een fijne inboedelverzekering. (Aandachtspuntje: mondelinge overeenkomst even op papier knallen). Naar de Media Markt, afdeling service, alwaar tenenkrommende taferelen plaatsvinden. Daarbij vergeleken is mijn voorgenomen daad van assertiviteit tamelijk lachwekkend. Ik wacht niettemin mijn beurt af, mijn hoofd afwendend van een klant die met het schuim op de lippen een flatscreen (van het topmerk Philips) uit de verpakking staat te rukken. De kauwgum kauwende servicemedewerkster wil namelijk niet geloven dat het toestel niet werkt en wenste het zwarte scherm met eigen ogen te zien. Nummer 55, eindelijk. Ik ruk de dect uit mijn tasje, leg het probleem uit. Ik bereid me voor op een schampere reactie, maar nee. De servicejongeman zegt dat hij het toestel zal opsturen naar Profoon. Het toestel zal gerepareerd worden, het euvel is immers ruimschoots binnen de garantieperiode ontstaan. Een warm gevoel doorstroomt me. Ik moet mijn naam en adres opgeven. En mijn telefoonnummer. Nou, dat heb ik wel, maar ik zal dus voorlopig geen toestel hebben. Of ik een mobiel heb. Ja, hoor, maar dat ligt thuis. Het nummer ervan weet ik niet uit mijn kop. Ik voel me even heel dom. Ik geef dan toch mijn vaste nummer en stel vervolgens mijn vraag: "heb je misschien een leentoestel? Opdat ik bereikbaar ben, gedurende de tijd dat ik mijn toestel moet missen?" Terwijl de schuimende klant ongelovig naar het beeldscherm van zijn perfect werkende flatscreen staart, druip ik af. Richting afdeling 'Telecom'. Ik kies een Profoontje, voor een luttele 15 euro ben ik voorlopig weer gedect.
Gek, dat je opeens zin kunt hebben in een advocaatje met slagroom. In een mentholsigaret. In een elektrische deken. In roomservice, terwijl je gewoon thuis bent. In pannenkoeken met spek, in boeken zonder ezelsoren, in mannen zonder ego, in neuken zonder voorspel. Ja, gek.
Documentaire die van zeer nabij laat zien hoe neonatologen en kinderartsen met grote betrokkenheid en toewijding doodzieke pasgeborenen behandelen. Een filmisch essay over de passie en medemenselijkheid die nodig is om te genezen en die soms ook nodig is om de dood van een ziek kind te bespoedigen. Om iets te kunnen begrijpen van wat deze artsen, werkzaam op de intensive care-afdeling voor te vroeg geborenen in het UMC in Groningen beweegt, werden zij maandenlang met de camera dicht op de huid gezeten. De film volgt ze bij hun werk in een omgeving die aan een ruimteschip doet denken. De buitenwereld, het ritme van dag en nacht, de seizoenen bestaan niet meer. In deze zacht zoemende en bliepende capsule is alle aandacht van de medici gericht op de kleine, buitenaardse wezentjes in hun couveuses. De moderne, medische techniek geeft artsen steeds meer diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Maar juist hierdoor komen zij terecht in nieuwe en gevoelige ethische gebieden, zoals levensbe?indiging bij pasgeborenen. Vrijwel dagelijks worden ze geconfronteerd met dilemma's die ons allen raken: Kunnen we voor een wilsonbekwaam mens bepalen dat de kwaliteit van leven zo gering is dat het niet meer waard is om geleefd te worden? Wat is kwaliteit van leven? Mogen artsen daarover beslissen? Nederlandse kinderartsen zijn de enigen in de wereld die zich in het openbaar over deze gevoelige problematiek durven uit te spreken. En dat wordt ze niet overal in dank afgenomen. Het zogenaamde Gronings Protocol, waarin kinderarts Eduard Verhagen richtlijnen heeft vastgelegd die kunnen dienen bij gevallen van actieve levensbe?indiging, zorgde voor veel beroering. Een groep kinderartsen van het UMC Groningen werd in de Amerikaanse en Italiaanse media beschimpt. Hen werd verweten dat zij de behandeling van te vroeg geboren maar levensvatbare kinderen zomaar zouden stoppen. Een Amerikaanse columnist schreef: 'Dr. Mengele leeft en woont in Holland.' De documentaire laat de dagelijkse strijd zien die de artsen moeten leveren, niet alleen met ziekte, maar ook met het lot, de ontoereikendheid van medische kennis. Buiten beeld horen we hun gedachten, idee?n, zorgen en twijfels over de smalle marges die ze ebben bij hun beslissingen. Heb deze documentaire grotendeels gezien. Baby's van 25 weken en een paar dagen, baby's van 26 weken en een paar dagen. Hoop en wanhoop bij de ouders. Kinderartsen die beslissingen moeten nemen. Beelden die de wereld over gaan. Dus kan er beschimpt en gelaakt worden. Overigens vind ik het volstrekte waanzin dat een nauwelijks levensvatbaar wezen met alle mogelijke middelen in leven wordt gehouden. Met alle gevolgen van dien. Reeds.
"Sjoeg, kun je even helpen?" Natuurlijk kan ik dat. Ik ben uitermate dienstverlenend. Tegen betaling. "Ik heb een probleempje." Ik verlaat de net gesopte plee en volg haar richting badkamer. Voordat ik er erg in heb, heeft ze me een pincet in mijn hand geduwd. "Het wattenstaafje is afgebroken, in mijn oor. Zie je 'm zitten?" Ze laat haar hoofd opzij vallen, in de plooien van haar varkensnek. Alles is eigenlijk varken aan deze vrouw. De dicht op elkaar staande oogjes, de platte neus, de korte witte haren. Het lichaam heeft iedere vorm vaarwel gezegd. De boel hangt, lilt, trilt, puilt. Ik kijk naar mijn hand met het pincet, ik zucht diep doch onhoorbaar en zie mijn hand richting varkensoor bewegen. Het afgebroken wattenstaafje zie ik niet, dus peur ik maar wat. "Au!" roept ze en maakt een klein sprongetje. Van schrik laat ik het pincet op de badkamervloer kletteren. "Nu zit-ie er nog dieper in!" jammert ze. Ik reageer empathisch, ook dat schijnt tot mijn takenpakket te behoren. Ze hoort me niet, wrikt en wroet met een mollige pink in haar gehoorgang. Even later toont ze me een smerig watje. Fijn zo, opgelost. Snel gooi ik nog een dweil door de keuken, ik leeg een pedaalemmertje vol afgewerkte inlegkruisjes, en dan is het gewoon weer tijd om af te rekenen. En zo snel mogelijk te vertrekken.
Dit is een agenda spammetje, nieuw item op: 11 oktober, Volksopstand den Haag, gezellig samen demonstreren voor de burgerlijke vrijheden. Kijk op www.happyvpro.nu
Het is de bedoeling dat ik die 10 km binnen het uur loop, ergens rond de 50 minuten of zo. Maar nu ben ik nog bezig om het aan ??n stuk te lopen.
waarom boeken dus...omdat die niet meer gelezen worden. De pareltjes heb ik er tussen uit gehaald hoor....
dat naar buiten gaan probeer ik ook...ben jij ook zo moe trouwens? Word het nu een beetje zat :S